Friese
muts van ongeveer 1870
Dit is een zogenaamde floddermuts. Deze muts werd gedragen over het gouden oorijzer. De floddermuts heeft drie verschillende stadia van ontwikkeling doorgemaakt. Kanten mutsen waren dus een deel van de oorijzerdracht van Friesland. Daarbij werd de vorm van de mutsen sterk beinvloed door de mode. Aan het einde van de 18de eeuw droegen welvarende boerinnen en koopmans vrouwen een zeer grote Duitse muts met een kanten luifel, zo groot als een theetafeltje. De vele meters kloskant die daarvoor nodig waren werden via Amsterdam uit de omgeving van Antwerpen betrokken.
De 19e eeuw
De slanke Empiremode leidde in de 19de eeuw tot een ander type muts. Daarbij
was er een ontwikkeling van de kleine Duitse muts naar de floddermuts, waarvoor
veel minder kant nodig was. Ook de kant die voor die mutsen werd gebruikt
was vaak modieus, van Antwerpse pottenkant tot de verfijnde Biedermeier boeketjes
in de Rijsselse kanten. Daarnaast had men in Friesland een voorliefde voor
de speciale mutsenkanten uit België met een klassiek symmetrisch patroon.Transparante
geborduurde batist en tule werden bij feestelijke gelegenheden gebruikt voor
de halsdoeken of tipdoeken en sierschorten.
De floddermuts wordt wat betreft de rand, het soort kant en de mutsenbodem
beschreven in het boek 'het Fries Kostuum' en in het tijdschrift en de jaarboeken
'Het Costuum', van de Kostuumvereniging