Op deze pagina's vindt u gegevens over de middeleeuwse geschiedenis. Meer in zijn algemeenheid ga ik in op de middeleeuwse geschiedenis tot 1100. Er woonden toen nog maar weinig mensen in Stellingwerf en Steenwijkerland. De kolonisatie van de moerassige veengebieden in Stellingwerf en de Kop van Overijssel vond plaats vanaf de 11e eeuw. Er ontwikkelde zich daarna een op zelfvoorziening gericht productiesysteem, maar toch was er ook productie van een surplus voor de jaarmarkten, die oa in Kuinre, Vollenhove, Oldemarkt en Steenwijk werden gehouden. Niet alleen op economisch gebied was er sprake van een grote zelfstandigheid. De bewoners van het gebied streden vaak tegen de landsheer, de bisschop van Utrecht. Er waren conflicten over het landsheerlijk gezag en met name over bezittingen van graslanden in Overijssel die de Stellingwerfse boeren gebruikten om het vee te laten grazen en met de mestproductie konden ze op die manier in Stellingwerf de akkerbouw productie opvoeren. De bisschop meende dat de graslanden van hem waren. De Stellingwervers wisten een zekere zelfstandigheid ten opzichte van het landsheerlijk gezag van de bisschop te ontwikkelen, waarbij ze een eigen bestuurssysteem hadden. Naast stadsrechten van plaatsen als Vollenhove, Steenwijk en Kuinre ontstonden er burenhulpsystemen op het platteland met een bestuur van 'stellingen'. In Zuidoost Friesland was dit echter anders georganiseerd dan in de Kop van Overijssel. In dit laatste gebied had de bisschop van Utrecht een grotere invloed en bestond er gedeeltelijk een leenstelsel. De specifieke kenmerken op cultureel gebied komen aan de orde in het item 'folklore' waarvoor een aparte pagina is opgenomen in de hoofdindex.