De familie Ter Stege In Steenwijk hebben twee families de touwtjes van het bestuurlijk reilen en zeilen in de stad stevig in handen gehad, namelijk de families Ter Stege/Ram en de familie Ten Broecke. In de periode 1621-1750 hadden deze twee families constant meer dan de helft van de belangrijkste bestuursfuncties in handen. Uit de aantekeningen van Michiel Schultinck, die tot 1650 lopen, blijkt dat de Steenwijker regentenfamilies ook weer geparenteerd waren aan rijke families in andere steden, met name Keulen, Utrecht, Zwolle, Hasselt. Waarschijnlijk houdt de familie Ter Stege verband met het goed Ter Stege.
Dit goed Ter Stege komt voor in de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen.
In 1402 blijkt Herman van Kuynre de Jonge, een telg uit het geslacht van
de Heren van Kuinre, Volgens een lijst die ik op het internet vond gaat het om het erve Ter
Steghe aan de Spooksteeg, op dit moment ongeveer Oldemarkseweg 54, waar
nu garage Van Essen gevestigd is. (2) Elisabeth ter Stege is getrouwd met Jan Schultinck. Zij werd geboren in 1537 en stierf in 1606. Hierop wordt bij de familie Schultinck verder ingegaan. Hendrickjen ter Steege was getrouwd met Frederick Lucas, die ook alweer burgemeester van Steenwijk was. We gaan nu eerst de nakomelingen volgen van Sijger ter Steege en Ida Wolfs tot 1650. Daarna de nakomelingen van Hendrickjen ter Steege. Sijger ter Steege en Ida Wolfs hebben vier kinderen gehad; de zonen Gerhart en Everhart en de dochters Geertjen en Anna. Gerhart ter Steege werd secretaris in de stad Utrecht en trouwde eerst met Heyltjen van Dolre en daarna met Anna van Es of Verhagen. Bij zijn eerste vrouw had hij drie zonen en bij zijn tweede vrouw een dochter. Nakomelingen van Gerhart vervulden bestuursfuncties in Utrecht en er trok een dochter naar Engeland, maar een kleindochter Cornelia ter Steege, kwam weer in de streek terecht omdat zij trouwde met Wilhelm Bernhart, Schulte te Vollenhove en Blokzijl. Everhart ter Steege, de zoon van Sijger ter Steege en Ida Wolfs, was naast jurist ook weer secretaris van Steenwijk. Hij trouwde met Aeltjen Hermans, dochter van Herman Gerritsen, Ontvanger van het Landschap Drente. Zij kregen 3 zonen, Seyger, Gerrit en Herman en vier dochters, Dorethea, Swaentjen, Anna en Ida. Seyger was in 1650 ook weer secretaris van Steenwijk en jurist. Ook zijn broer Gerhard was jurist. Dorothea trouwde met Johannes Pauli ten Holte, jurist in Steenwijk. Swaentjen trouwde met Gregorius Wolffs 'Borger Luytenant in Den Haag; Anna trouwde met Lucas Dannenbergh. En Ida ter Steege tenslotte trouwde met Steven Vermeer, Controleur Generaal in de Meijerij van Den Bosch. Geertjen ter Steege, de dochter van Sijger ter Steege en Ida Wolfs, trouwde met Johan Polman, burgemeester van Steenwijk. Zij kregen twee dochters en een zoon. Grietjen, Annighjen en Rodolphus. Grietjen Polmans trouwde met Pieter Engberts van der Blesse, burgemeester van Steenwijk. Zie verder de familie van der Blesse. Anna Polmans trouwde met Gerrit Stakebrant, rechter in Steenderen in de graafschap Zutphen. Anna ter Stege trouwde met Matthias Ketel die Schulte was in Meppel, Colderveen en Nijeveen. Toen die overleed, trouwde ze met Adama Franssen Stellinghwerf, kapitein van de Staten Generaal. Door haar huwelijk met Matthias Ketel ontstond er een verbinding met de aanzienlijke families die het in Meppel en omgeving voor het zeggen hadden. Anna ter Stege en Matthias Ketel hadden vier zonen, Seyger, Matthias, Hendrick en Ryckman. Daarnaast hadden ze nog een dochter Ida Ketel, die genoemd is naar haar grootmoeder Ida Wolfs, zuster van een burgemeester van Zwolle. Seyger Ketel werd net als zijn vader Schulte van Meppel,
Colderveen en Nijeveen. Hij was getrouwd met Roelofjen ter Borchorst. De zoon heette Lucas Fredericks, en de dochter heette Anna Fredericks.
Anna Fredericks trouwde met Lubbertus Lijckelama. Zie
voor de verdere geschiedenis van deze twee bij die familie. (1) Repertorium op de Overstichtse en Overijsselse leenprotocollen 1379-1805.
Door E.D. Eijken. In de Overijsselse leenprotocollen (leenregisters) staan
de beleningen (overgangen van bezit) opgetekend van 2500 boerderijen,
tiendrechten en visrechten. Geleidelijk aan, zeker na de middeleeuwen,
werden de lenen erfelijk in de familie van de leenman, die ze zelfs kon
verkopen. Maar er bleef wel een door het leenrecht geregelde verhouding
tussne leenman en leenheer. Dit recht bepaalde op welke wijze de lenen
van de ene op de andere leenman konden worden overgedragen, door vererving
of door verkoop. Hiervan is anatekening gehouden in de leenprotocollen.
In 1805 werd het leenstelsel afgeschaft. Zie voor de leenprotocollen en
een uitgebreidere geschiedenis van het leenstelsel de
website van het Historisch Centrum Overijssel.
|