De familie van Haren

 

De familie van Haren kwam oorspronkelijk uit Zuid-Limburg. Verdere geschiedenis van de familie in die streken, oa in de middeleeuwen, wordt beschreven in een 19e eeuwse uitgave. (1) Adam van Haren werd geboren in Valkenburg ca 1540 en stierf mogelijk in Arnhem op 03-05-1589. Dit was de watergeus die 'hopman Daam' genoemd werd. Hij vluchtte als lid van het verbond der edelen met zijn vader Everard in 1567 uit Valkenburg en ging eerst naar Nassau; daarna kwam hij als kapitein der watergeuzen in Den Briel. Hij werd vervolgens Raad en kamerheer van Willem van Oranje, na diens dood werd hij in 1584 hofmeester van Willem Lodewijk waarbij hij naar Friesland kwam. In 1589 overleed zijn vader Everard. Adam van Haren had een zoon, Willem I van Haren, die geboren werd in Arnhem op 19-01-1581 en overleed te Den Haag op 29-01-1649. Hij was opperstalmeester van Willem Lodewijk, lid der Staten-Generaal en hij legde de grondslag voor het fortuin van de van Harens. Willem I van Haren had twee zoons.

 

De eerste zoon was Ernst van Haren, (1623-1701), grietman van Weststellingwerf. Na hem zijn Van Harens onafgebroken tot 1795 grietman van Weststellingwerf geweest. Ernst van Haren bekleedde verschillende andere functies; zo was hij cavalerie-officier en Gedeputeerde van Friesland in 1686. De tweede zoon van Ernst van Haren heette Willem II. Hij was staatsman en diplomaat. (geboren in Leeuwarden op 17-10-1626 en gestorven op 15-04-1708.) Hij was verschillende malen ambassadeur en vervulde bijzondere zendingen naar Denemarken, Zweden, Keulen, Engeland, Nijmegen (1676-1678) en Rijswijk. De verslagen en aantekeningen hiervan, 30 folianten groot, gingen in 1732 verloren. Willem II bekleedde verschillende functies; zo was hij Rentmeester-Generaal der Domeinen, Curator van de Hogeschool in Franeker. Hij was getrouwd met Elizabeth van Hemema die in 1688 overleed. (2)

 

Dan is er nog een Willen III van Haren, die in Heerenveen geboren werd op 06-01-1655 en die overleed te St Anna-Parochie op 18-09-1728. Hij was grietman van Doniawerstal van 1679-1688, van Weststellingwerf van 1688 tot 1711 en van Het Bildt van 1718-1723. Hij schonk met zijn tweede vrouw Rixt van Andreae een orgel aan de Hervormde gemeente van Sint Anna-Parochie in 1727. (3)

 

De kleinzoon van Ernst van Haren, Adam Ernst van Haren, (1683-1717) was de vader van de dichters Willem en Onno Zwier.

 

Onno Zwier van Haren werd geboren in St Anna-Parochie op 02-04-1711 en stierf in Wolvega op 07-09-1779. Hij was een vooraanstaand staatsman en dichter. Hij was premier en behoorde tot de Friese hofadel. Hij werd beschuldigd van incest en na die beschuldigingen verliet hij Den Haag. Maar ook in Wolvega (hij was grietman van Weststellingwerf) achtervolgde men hem. In de periode die volgde op zijn vertrek uit Den Haag ontwikkelde hij zich tot een belangrijk dichter. Hiernaast ziet u zijn portret (4)

Ook de broer van Onno, Willem, was staatsman, diplomaat en dichter. Hij werd geboren in Leeuwarden op 21-02-1710 en overleed in Sint Oedenrode op 04-06-1768. Hij was grietman van Het Bildt, Gedeputeerde ter Statenvergadering, gezant te Brussel. Hij speelde een rol in de Oostenrijkse successie-oorlog. Als kwartierschout en dijkgraaf van Peelland had hij een kasteel in Sint Oedenrode, waar hij, beladen met schulden, geplaagd door een slecht huwelijk, zelfmoord pleegde. Na 1760 was hij als lid van de Friese hofadel op de achtergrond gebleven.

De zoon van Onno Zwier van Haren was vanaf 1776 weer grietman van Weststellingwerf. Hij heette Willem Anne van Haren. Hij werd geboren op 24-08-1749 in Den Haag en overleed op 22-04-1835 in Veenklooster. Willem Anne was ook Statenlid. Hiernaast ziet u zijn portret. (4) Hij leerde Cecilia Johanna van Heemstra kennen in 1792, die haar verloving met W.H. van Sytzama verbrak. Hieruit kwam een proces voort, wegens verbroken trouwbelofte. Willem Anne van Haren raakte als Oranjeman in 1797 gevangen en woonde tot 1814 in Embden, na 1819 op Vogelzangstate. Van 1814 tot 1830 was Willem Anne Statenlid van Friesland. (5)

In de Franse tijd verlieten de Van Harens het land, maar enigen keerden na 1813 terug. In 1850 stierf het geslacht echter uit.

 

 

Noten
(1) Zie Klijnsma 1861

(2) Zie vd Aa VI, 57

(3) Zie J.J. Kalma, Bibliografie betreffende de gebroeders Onno Zwier en Willem van Haren (1956)

(4) Afgedrukt bij Stakenburg 1950

(5) Zie L. Engelberts, een vergeten proces (1929)