|
Blesseschans.
Wanneer er over
de Hollandse Waterlinie wordt gesproken dan gaat er bij velen toch nog wel een
lichtje branden. Maar dat er in de geschiedenis ook sprake is geweest van een
heuse Friese Waterlinie, is aan menigeen voorbij gegaan. De Friese of Lindelinie
begon aan de Zuiderzee, volgde de Lende tot de Blessebrug, vandaar noordwaarts
naar de Kuunder en de Schoterbrug, dan over Heerenveen en Terband naar Gorredijk
en zo via Donkerbroek en Bakkeveen naar Friesche Palen.
Op de meest strategische punten werden zogenaamde schansen opgericht voorzien
van de karakteristieke vooruitstekende bastions. Het gebied daaromheen werd
onder water gezet door onder meer het opwerpen van dammen op verschillende
plaatsen in de Lende.
De schansen langs de Lende in en rond Weststellingwerf t.w. de Bekhofschans bij
Oldeberkoop, de Blesseschans, de Slijkenburgerschans en de Kuinreschans, stammen
uit de Tachtigjarige Oorlog. Opgeworpen in opdracht van het bestuur van
Friesland in de strijd tegen de Spanjaarden. Tijdens één van de aanvallen werd
de Blesseschans door de vijand letterlijk en figuurlijk met de grond gelijk
gemaakt.
Een eeuw later, met het befaamde Rampjaar 1672 toen de regering van de Republiek
radeloos, het volk redeloos en het land reddeloos was als afsluiting, kwamen de
ernstig in verval geraakte schansen weer in beeld in onder meer de strijd van de
Friezen tegen de troepen van de Bisschop van Munster, beter bekend onder de naam
Bommen Berend. In allerijl werd door het provinciaal bestuur opdracht gegeven om
deze aardschansen te restaureren en voor de verdediging van het Friese
achterland in gereed het te brengen. De Blesseschans werd geheel nieuw
opgeworpen en kwam in 1668 gereed.
Dat deze schans werkelijk bij de strijd betrokken is geweest bewijst het
volgende citaat: "Eind september 1672 bestookten de Munstersen de schans bij de
Blesbrug aan de Linde, ten zuiden van Wolvega, maar al maakten zij officieren
gevangen, zij veroverden geen duimbreed grond."
|
|