Ook verschenen in het maandblad uitkeringsgerechtigden MUG van juni 1997.
Solidariteitsfonds uitkeringsgerechtigden
Onlangs heeft de Werklozen Belangen Vereniging het solidariteitsfonds SOFU opgericht. SOFU staat voor SOlidariteits Fonds Uitkeringsgerechtigden. Het fonds heeft tot doel uitkeringsgerechtigden te ondersteunen die zich verzetten tegen de sollicitatieplicht of die in verband met deze plicht moeilijkheden ondervinden. Wanneer een uitkeringsgerechtigde met strafkortingen en juridische procedures wordt geconfronteerd, kunnen de inkomstenderving en de kosten van te voeren procedures, acties en publiciteit uit dit fonds worden vergoed. Voorlopig is de doelstelling van het fonds beperkt tot de hierboven genoemde activiteiten. Wanneer het fonds over voldoende middelen beschikt, kunnen ook andere acties van uitkeringsgerechtigden worden ondersteund, zoals bijvoorbeeld die tegen het zogenaamde ‘girogluren’ en andere schendingen van de privacy. Te ondersteunen doelen van het fonds worden jaarlijks op de algemene ledenvergadering van de Werklozen Belangen Vereniging vastgesteld.
Op dit moment ondersteunen wij een juridische procedure van Jacques Peeters (zie pagina 5), die een korting kreeg opgelegd omdat hij onvoldoende naar betaald werk zou zoeken.
Een veelgehoorde vraag in verband met de oprichting van het SOFU is: als jullie al enkele zaken tegen die sollicitatieplicht verloren hebben, heeft zo’n fonds dan nog wel zin? Het antwoord luidt, dat iedere situatie weer verschillend is. Vaak worden werklozen, op grond van bepalingen over de plicht naar betaald werk te zoeken, veroordeeld tot een korting en laten ze het erbij zitten, terwijl er procedurefouten zijn gemaakt door de sociale dienst. Bovendien wordt door de sociale dienst de verplichting ook te rigide toegepast. Iemand is dan bijvoorbeeld bezig een plan uit te voeren om uit de uitkering te komen en een ambtenaar zegt dan dat dit niet voldoende is en dat -indien er geen sollicitatiebrieven overlegd worden- een korting volgt.
Een voorbeeld. Een cliënt krijgt een oproep om op het rayonkantoor te verschijnen en sollicitatiebewijzen mee te nemen. Enkele dagen later krijgt hij een aankondiging van de sociale dienst dat bij hem een huisbezoek zal worden afgelegd. Tijdens het huisbezoek worden in een rustig gesprek afspraken gemaakt over een traject dat de cliënt zal gaan volgen om als zelfstandige aan de slag te gaan. De ambtenaar van de dienst belt na het huisbezoek naar het rayonkantoor, om te vertellen dat de oproep om op het kantoor te verschijnen kan vervallen. Dan krijgt de cliënt twee oproepen. Een oproep is bedoeld om te praten over zijn pogingen, zelfstandige te worden. Cliënt gaat naar beide afspraken. Bij de andere afspraak wordt om sollicitatiebewijzen van de laatste maanden gevraagd. Hier deelt cliënt mee die niet te hebben, omdat hij in een procedure zit om zelfstandige te worden, in samenwerking met de sociale dienst. Desondanks wordt gedreigd met een strafkorting wegens onvoldoende solliciteren. De cliënt maakt in dit geval bij een beroepsprocedure een grote kans dat de korting ongedaan wordt gemaakt.
Iedere situatie is weer verschillend. Ook al zal de rechter geen politieke uitspraken doen over de sollicitatieplicht, dan nog zijn juridische procedures zinvol, omdat door de jurisprudentie helderheid wordt geschapen in het nu nog mistige gebied van rechten en plichten van cliënten en sociale dienst. Welke houding mag/kan een cliënt in bepaalde situaties aannemen, en welke acties van de sociale dienst dienen er te zijn geweest, voordat men tot een sanctie kan overgaan? Nu doet men vaak maar wat.
Wie het solidariteitsfonds wil steunen, kan geld overmaken op giro 7655264 t.n.v. WBVA inzake SOFU te Amsterdam.
Piet van der Lende
]]>