Lezing van Jagdish Bhagwatti
De Balie kondigt op haar affiche de lezing van Jagdish Bhagwati, die op zondag 11 januari 2004 om 15.00 uur werd gehouden als volgt aan. ‘ De Indiase ontwikkelingseconoom Jagdish Bhagwati, professor aan Colombia University (NY) en inspirator van Johan Norberg, houdt een hartstochtelijk pleidooi voor arbeidsmigratie. En bekritiseert de ‘anders-globalisten’. De professor hield zijn betoog in het Engels met soms enigszins binnen ’s monds gemompel en doorspekte dit betoog met jiddische moppen, humoristische opmerkingen over het hindoeisme, levenservaringen in zijn gezin, etc. en dit gevoegd bij de beperkte kennis van het Engels van de notulist maakte het niet eenvoudig van zijn betoog verslag te doen.
De professor begin met te zeggen dat hij in economische zin veel over de globalisering kan zeggen, maar hij wil vanmiddag praten over migratiestromen. Hij heeft in dit verband een boek geschreven, ‘ In Defense of Migration’.
Hij wil bij migratie een onderscheid maken tussen twee vormen:
1. De deels illegale migratie in Europa en de Verenigde Staten van voornamelijk minder of ongeschoolden
2. De braindrain van geschoolden en hoger opgeleiden vanuit de ontwikkelingslanden
Jagdish Bhagwatti |
Daarbij zitten er volgens hem aan migratie 6 dimensies. 3 dimensies hebben betrekking op doellanden en 3 op de vertreklanden. Eerst de doellanden.
1. De economische dimensie. In de fabrieken voor 1973 was er een economische noodzaak om migranten, de ongeschoolde gastarbeiders, te laten komen. Ze waren nodig in de fabrieken. Maar aan deze fabrieksarbeid is in het westen minder behoefte. Door robotisering van de productie staan er aan het eind van de lijn twee ongeschoolde mensen die het productieproces in da gaten houden. Er zijn nu juist mensen nodig die goed geschoold zijn om machines te ontwerpen en om eventuele problemen met de robot te kunnen oplossen. Dus de vraag is veranderd van ongeschoolde arbeid naar geschoolde arbeid (skilled labour). Nu zijn ongeschoolden vaak werkzaam in de restaurantservice, bij het schoonmaken en allerlei ongeschoolde functies op vliegvelden, etc. Je zou kunnen zeggen dat de lonen te laag liggen (hij gebruikte een specifieke Engelse economische term) en dat die prijs voor de witte mensen te laag ligt om hen ertoe te brengen dat werk te doen. Je zou kunnen zeggen dat voor de zwarte mensen in Amerika hetzelfde geldt. En het geldt ook voor de een-oudergezinnen. Het is ook zo, in getto’s in Amerika kunnen de jongeren en anderen in de criminaliteit en de drugs snel veel meer geld verdienen, dat is rendabeler dan een onderbetaald schoonmaakbaantje. Dus ze doen het niet. Ook op het gebied van huishoudelijk management is er in de doellanden een duidelijke vraag. Er is dus nog wel vraag naar ongeschoolden, maar de situatie is totaal anders dan bij de traditionele gastarbeid. Een ander punt zijn de hooggeschoolden. Landen beconcurreren elkaar om deze hooggeschoolden, dus er is een redistribution of needs. Bush heeft nu regulariserings maatregelen genomen. Er zal een nieuwe vraag naar ook ongeschoolden ontstaan door de terugval van het geboortecijfer. Er zijn allerlei projecties in dit verband naar de toekomst. Men is bang voor situaties als in Duitsland en Italië. Dus als je de beroepsbevolking in stand wilt houden heb je migranten nodig, Je hebt jonge mensen nodig die premies betalen.
2. De tweede dimensie heeft betrekking op de zekerheidsdimensie. In de Europese landen worden maatregelen getroffen om de toestroom in te perken cq te reguleren. Denk maar eens aan de Schengen akkoorden. Deze maatregelen en pogingen beïnvloeden het migratiedebat. Zou je kunnen stellen dat er meer onzekerheid ontstaat, dus onhoudbaarheid van de verzorgingsstaat door migratie? Die stelling is niet bewezen.
3. De derde dimensie heeft betrekking op de sociale implicaties zoals die bijvoorbeeld in de Verenigde Staten bestaan. De democraten zeiden: de influx van illegalen gaat tot een onderklasse leiden die concurreert met de zwarte bevolking. Zij voerden een ‘ distribution policy’. Denk aan de zwarte socioloog Julius Wilson. De democraten zeiden over de migratie: die illegalen moeten min of meer tegengehouden worden. Ze sloten daarbij in feite een soort monsterverbond met rechtsen/conservatieven die tegen immigratie waren. Maar dan de Amerikaanse vakbonden. De AFCIO was eerst tegen de immigratie, maar heeft haar standpunt totaal omgekeerd. De Republikeinen zeiden ook: je kunt de migratie niet stoppen. De illegalen blijven hier toch. We zullen ermee moeten leven in plaats van steeds maar te proberen ze weg te krijgen. We moeten midellen bedenken (constructing models) om hen te legaliseren en de vakbonden zeiden in dat model moet ook zitten dat ze lid van de vakbond worden en dan verbeteren we onze eigen en hun positie. Dat is een complete ommekeer in het denken van de vakbonden. De Democraten weten dit. De Europese situatie is hetzelfde. Kijk naar Duitsland met zijn oude gastarbeidsers systeem, waar Bhagwati een studie van heeft gemaakt. Hij was enige tijd geleden op een demonstratie in Duitsland waar de vakbonden zeiden: het gaat om hun en onze rechten. Hun strijd is onze strijd. Vervolgens maakt hij half in het Duits en half i
n het Engels een witz over: Mein Kampf. De migratie heeft verregaande sociale implicaties: wat gebeurt er met onze werkers en armen en met hen.
Vervolgens zijn er drie dimensies die betrekking hebben op de zendende landen.
1. Er is een brain drain van geschoolde arbeid. Daarbij kun je twee groepen van landen onderscheiden: allereerst landen als India, Argentinië, Zuid-Korea. Daar is de emigratie van geschoolden, de brain drain een grote kans en zo beschouwd men het ook. Er worden zelfs instituten en universiteiten gedeeltelijk opgericht om bijvoorbeeld hooggeschoolde verpleegsters naar het buitenland te sturen. Het is duidelijk dat die instituten speciaal voor dat doel werden opgericht. De policy is maximale access tot deze instituten. Bij de Afrikaanse landen ligt dit geheel anders. Deze landen verliezen veel te veel geschoolde arbeidskrachten (skilled manpower) en in de landen met vroeger koloniale regiems en de burgeroorlogen is er een groot gebrek aan getrainde mensen. Zonder skills is ontwikkeling van die landen niet mogelijk. De middengroepen verdwijnen uit die landen, er is een gebrek aan geschoolden en dit hangt samen met de burgeroorlogen die daar worden gevoerd. Relatie vrijhandel/ protectionisme met outflux dus market access heeft negatieve gevolgen.
2. De illegale migratie van ongeschoolden. Iedereen is gelukkig. De migranten sturen geld naar huis, dus dat is goed. De hooggeschoolde migranten doen dat veel minder. Hij zegt dat grote sociale ongelijkheid ook een zegen kan zijn. Beter 1 biljonair dan 100 miljonairs. Bij niet al te grote beloningsverschillen wordt de luxe goederen industrie van overbodige producten bevorderd. Want mensen die een klein beetje meer hebben, die gaan dat gebruiken om luxe goederen te kopen zoals plezierjachten. Als er veel mensen zijn die wat minder verdienen en een kleine groep die zeer veel heeft, dan is dat niet zo’n probleem, want die zeer rijken hebben ook wel een plezierjacht, maar ze hebben zoveel geld, daar kunnen ze niet alleen maar plezierjachten van kopen dus ze zullen met dat vele geld iets moeten en dan wordt het gewoon geherinvesteerd in nuttige productie. Dit soort sociologische noties cq bestudering ten aanzien van sociale ongelijkheid en de economische gevolgen ervan zou meer bestudeerd moeten worden.
3. De derde dimensie heeft betrekking op de mensenrechten en op de sociale gevolgen van het verblijf van illegalen en in hun leefsituatie. Over mensen rechten zegt hij het een en ander maar met name over de gevolgen van de migratie op het gebied van taal en talen. In de Verenigde Staten heeft de illegale migratie, waarbij men mensen in de illegaliteit hield, tot gevolg dat de Verenigde Staten een multi-talen gemeenschap aan het worden zijn, vooral ook door de komst van Latino’ s met Spaans naast Engels. Maar ook in andere opzichten een meertalige samenleving. Het isolement waarin illegalen leven en de noodzaak bijvoorbeeld Spaans te kennen om je in de eigen groep cq de onderkant van de samenleving overeind te houden heeft grote gevolgen op taalgebied. In dit verband haalt hij een jiddische witz aan. Een Pakistaanse man, die alleen een voor anderen onverstaanbaar Pakistaans dialect sprak begaf zich illegaal naar Amerika en kwam terecht in de winkel van een Joodse man in New York en vroeg of die werk voor hem had. Dat was het geval. Dat duurde enige tijd en toen werd een van de joodse klanten door de Pakistaanse man in het jiddisch aangesproken toen hij een bezoek bracht aan de winkel. De bezoeker was blij verrast en sprak de eigenaar van de winkel erop aan. Wat geweldig dat deze Pakistaanse man jiddisch spreekt en.. de winkeleigenaar schrok en bracht zijn wijsvinger naar zijn lippen. ‘Sshht, he thinks I am learning him English’.
Dan volgt de discussie. De notulist heeft daarvan het volgende genoteerd: professor Bhagwati zegt dat er twee vormen van globalisering zijn, de economische en die van de Civil Society. Hij wil een mondiaal migratie-instituut dat als eerste taak heeft om migratie politieken te inventariseren en ‘ best practices’ naar voren te brengen. Dit naar analogie van de ILO waarbij de twee vormen van globalisering samenkomen en er overleg kan plaatsvinden. Er moet niet op basis van theoriën van bovenaf gewerkt worden maar gekeken worden naar de best practices, die elkaar beïnvloeden. Hij heeft kritiek op het mondialiseringsconcept van allerlei analytici en de anders globalisten waarbij alle onrechtvaardige toestanden in de wereld worden teruggebracht tot het mondialiserings verschijnsel. Alles wordt aan dat fenomeen toegewezen. In dit verband haalt hij aan dat hij als adviseur van Kofi Anan bij de VN steeds maar weer rapporten onder ogen kreeg waarin stond als gevolg van de mondialisering… en dan werd een of ander verschijnsel genoemd. Hij zei tegen Kofi Anan: ‘ what the hell has this to do with mondialisation’. Verder blijkt kort uit de discussie dat hij over de samenhang verzorgingsstaat vs migratie meningen heeft die tegenovergesteld aan die van Entzinger zijn, die ook in de zaal zit. Maar hij zegt erbij dat hij van de Nederlandse situatie niet veel weet.