Over het regeerakkoord van Rutte I en een commissie die de toekomst van het UWV moest onderzoeken

Op 30 september 2010 bereikten de Tweede Kamerfracties van VVD en CDA het regeerakkoord, dat als motto heeft ‘Vrijheid en verantwoordelijkheid’. In het regeerakkoord worden ingrijpende reorganisaties en bezuinigingen in de sociale zekerheid aangekondigd. De VVD kan de plannen zoals reeds neergelegd in nota’s van diverse adviescommissies waar ook sociaal-democraten deel van uitmaakten en in haar Participatiewet gaan uitvoeren. Het kabinet Balkenende IV heeft de weg naar de nieuwe Wet Werken naar Vermogen reeds geplaveid. De sociaal-democratie van hogere en lagere bestuurders gaat akkoord met de hoofdlijnen en de uitgangspunten van de VVD plannen mits… voldoende geld wordt uitgetrokken voor de reintegratie en participatiebudgetten voor de gemeenten waarmee werklozen en gedeeltelijk gehandicapten naar betaald werk moeten worden begeleid. De nieuwe regering kan aan de gang. Al voor het regeerakkoord gesloten werd, op 6 september 2010, benoemde demissionair minister Donner, die ook minister zou worden in het kabinet Rutte, een commissie van 3 personen voor het doorlichten van het UWV. In september 2010 werd bekend, dat het UWV 90 miljoen teveel had uitgegeven aan reintegratie activiteiten voor werklozen. De minister stelde daarop een commissie van drie personen in, om dit te gaan onderzoeken en advies te geven. Hun formele opdracht was om voor 1 december ’advies uit te brengen over de mogelijkheden, beperkingen en verbeteringen van de sturing binnen het UWV’.

Over Martin van Rijn een van de commissieleden, is het volgende bekend. Martin van Rijn hield op 20 mei 2010 een keynote speech voor aeDex, waarin hij in algemene, nogal vage bewoordingen ingaat op de gewenste, mogelijke en meest waarschijnlijke scenario’s van de combinatie maatschappelijk middenveld (waaronder instellingen in de gezondheidszorg en de woning corporaties) overheid en markt. De toespraak draagt als titel balanceren tussen overheid en markt. Een van de conclusies is dat welke combinatie van die drie ook wordt gekozen, het zal altijd leiden tot meer controle en toezicht van de overheid. Martin van Rijn was bestuursvoorzitter bij pensioenfonds PGGM, en tevens als extern bestuurder aangesteld bij uitkeringsinstantie UWV om er orde op zaken te stellen. Het UWV werd door minister Donner van Sociale Zaken op de vingers getikt vanwege een forse overschrijding van het re-integratiebudget. Van Rijn schreef een advies over een betere aansturing van het uitvoeringsapparaat van het UWV.   Van de heer Kist is het volgende bekend. Hij was van 1 september 2005 tot 7 augustus 2007 lid van het bestuur van de Autoriteit Financiële Markten, waar hij eerder reeds voorzitter was van de raad van toezicht. Hij voelde zich verplicht ontslag te nemen wegens onzorgvuldig beheer van privé-beleggingen. Het in 2007 opgestapte AFM-bestuurslid Anne Willem Kist blijkt in 2007 zijn aandelen Fortis te hebben verkocht, terwijl hij op dat moment in zijn rol als toezichthouder op de hoogte was van alle details van de overnamestrijd die de bank voerde rond ABN AMRO. Tot 1997 werkte hij als advocaat in Amsterdam en Den Haag. Van 1997 tot zijn benoeming in Leiden werkte hij als directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Van 1 januari 2003 was Kist voorzitter van het college van bestuur van de Universiteit Leiden. In 2005 legde hij deze functie weer neer. Kist is tevens raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof te Amsterdam. In 1997 trad hij af als voorzitter van de NMA, de Nederlandse Mededingings autoriteit. Sommigen veronderstellen dat hij als voorzitter van de NMa verantwoordelijk was voor haar falen in de bouwfraude kwestie.

Van de heer Bruins Slot is het volgende bekend. In 1998 werd Bruins Slot hoofddirecteur van de Informatie Beheer Groep in Groningen en in 2000 secretaris-generaal bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In 2003 volgde hij Gerrit-Jan Wolffensperger op als voorzitter van de Raad van Bestuur van de NPO (voorheen genoemd het hoofdbestuur van de Publieke Omroep (PO) en NOS). Onder zijn leiding werd de publieke televisie ingrijpend hervormd. De omroepen raakten hun vast zendkanaal kwijt. De drie netten kregen elk een profiel. De omroepen voerden fel verzet tegen dit plan, omdat ze niet langer een avondvullend gevarieerd programma konden aanbieden. Maar na de invoering won de publieke omroep veel terrein terug in de kijkcijfers op de commerciëlen. Op 1 juni 2008 ging hij met vervroegd pensioen. Sinds 1 september 2008 is hij voorzitter van het bestuur van KWF Kankerbestrijding

[1] Demissionair minister Donner (sociale zaken) maakte bekend dat het driemanschap bestond uit Anne-Willem Kist (voorzitter van de raad van advies Nederlandse Zorgautoriteit), Harm Bruins Slot (voorzitter van KWF Kankerbestrijding) en Martin van Rijn (bestuursvoorzitter van pensioenfonds PGGM).
]]>

Plaats een reactie