Bijeenkomst bij AMSOSA van spreekuurhouders woensdag 14 april 1993

Uitgenodigd zijn de heren Vermeulen van de GSD en Vernooy van het GAK-Sloterdijk. De heer Vernooy is daar werkzaam als inspec­teur, hetgeen inhoudt dat hij de verbindingsschakel is tussen het GAK-kantoor en de buitenwereld. Vraag voor deze bijeenkomst is: welke voorzieningen gaan verschuiven naar wie in verband met de nieuwe regelgeving t.a.v. voorzieningen voor gehadicapten. Wat gaat naar de bijstandswet en wat niet. 

De heer Vernooy produceert
het volgende overzicht: AAW  –   werkvoorzieningen   –    Bedr.ver, en GAK WVG     –  woon- en vervoers   –     gemeente
                  voorz, rolstoelen   ABW   –    ondersteunende in-    –     gemeente
                 komensvoorzieningen AWBZ   –   zorgvoorziening   –      ziekenfonds, partikuliere    
                                                     ziektekostenverzekeraars. Toelichting: in zijn algemeenheid vindt er bij de uitvoering een verschuiving plaats van de bedrijfsverenigingen naar de gemeente. De voorlopige plannen staan uitgelegd in het “Info-bulletin” van het ministerie van sociale zaken van maart 1993.
Nieuw in de voorstellen is de Wet Voorziening Gehandicapten (WVG). De wetsvoorstellen zijn in september al bij de Tweede Kamer ingediend; per 1-1- 1994 zouden de nieuwe maatregelen moeten worden ingevoerd.
Per 1 januari 1994 hebben 65 plussers ook recht op AAW-voor­zieningen. Daardoor zullen de kosten stijgen. In het regeerak­koord is echter vastgelegd, dat de collectieve lastendruk niet mag stijgen, dus moeten de lasten beperkt worden door bezuini­gingen. Dit betekent over de gehele linie het invoeren van eigen
bijdragen en het inkomensafhankelijk maken van de vergoedingen die voor voorzieningen worden gegeven. Daarnaast vindt er een verschuiving van uitgaven plaats; Ter veld wil de AOW-uitkering verlagen van 70% naar 50% van 65 plussers met een jongere echtge­noot, die nog werk en inkomen heeft. Zo wil ze 120 miljoen besparen. Dit geld wil ze in de AAW-pot stoppen.

In de nieuwe maatregelen vindt er een splitsing plaats van de 
werkvoorzieningen en de leefvoorzieningen. Onder dit laatste vallen de vervoerskosten, zoals taxi-vergoedingen, kilometer­vergoedingen en rolstoelen. Daarnaast vallen eronder de woon­voorzieningen, waarbij het gaat om de verhuiskosten en aanpas­sing van woningen van gehandicapten. Verder zijn er nog de zorg­voorzieiningen, waaronder bijv. valt een hulp in de huishouding en ten slotte de inkomensondersteunende voorzieningen, zoals vergoeding voor extra slijtage van kleding, extra vervoerskosten, etc.
De verschillende voorzieningen worden nog eens bij langs gelopen. De vervoersvoorziening. Hieronder vallen dus taxi-vergoedingen en kilometervergoedingen. De gemeente gaat dit uitvoeren. Hier moet de vergoeding worden aangevraagd, de gemeente beslist over de toekenning en over de hoogte van de vergoeding. De sociale dienst gaat dit uitvoeren. Er is daarbij sprake van budgettering, dwz er is een bepaald bedrag beschikbaar, en niet meer. Het is niet zoals nu een open eind regeling. Bovendien is de vorm van de voorziening nu erg individueel; iedereen krijgt een eigen vergoeding. Straks kan dit anders worden. De gemeente kan beslui­ten, kollektieve voorzieningen in te voeren, bijvoorbeeld het rijden van busjes voor groepen gehandicapten. 
Wie gaan de soci­aal-medische keuringen verrichten om te bepalen, of iemand wel of niet voor een voorzieing in aanmerking komt? Daarover is in Amsterdam nog niets bekend. Het zou de GG en GD kunnen zijn, maar
ook het GAK heeft een offerte uitgebracht om de keuringen te gaan doen. In Amsterdam is nog niets bekend, in andere gemeenten is het al rond, per gemeente zijn de regelingen verschillend.
Beleidsvrijheid van de gemeente. De gemeente is binnen vastge­stelde grenzen vrij, om de hoogte van de vergoedingen te laten varieren. Men kan meer of minder inkomensafhankelijkheid invoe­ren, of eigen bijdragen. Zeker is, dat de inkomensafhankelijke voorzieningen zullen toenemen. Het zal niet meer zo zijn, zoals nu, dat iedereen met dezelfde problemen dezelfde vergoeding krijgt. De heer Vernooy zegt, dat door de maatregelen een rechts­ongelijkheid wordt ingevoerd, maar dat het nu eenmaal een kwestie van geld is.
De woonvoorzieningen heten nu “regeling geldelijke steun huisves­ting gehandicapten”. Deze gaat ook door de gemeente uitgevoerd worden. Nu is het al zo, dat kleine voorzieningen onder de fl 45000,- worden uitgevoerd door de gemeente. Straks gaat alles naar de gemeente. Die bekijken het, en kunnen beslissen, of er een woningaanpassing komt of dat iemand moet gaan verhuizen.
Aanpassingen boven de fl 45.000,- komen ten laste van de AWBZ. De gemeente krijgt voor die woningaanpassingen 75% van het rijk vergoed, dus ook hier zal mogelijk een eigen bijdrage worden
ingevoerd, terwijl de aanpassingen zullen worden doorberekend in de huur. De “oude gevallen” blijven overigens zoals ze nu zijn.
De zorgvoorzieningen. Deze gaan alle onder de AWBZ vallen. Het moet worden aangevraagd bij het ziekenfonds en /of de partiku­liere verzekeraar. Het betrteft hier protehesen e.d. en medi­cijnen. ook: hulp in de huishouding.
De inkomens ondersteunende voorzieningen, die nu in de AAW zitten komen te vervallen. Het betreft hier extra slijtage van kleding, dieetkosten, extra vervoer, extra beddegoed. Wel is het zo, dat daarvoor in de toekomst bijzonder beijstand kan worden aange­vraagd. Dit betekent, dat WAO-ers iets boven de bijstandsnorm het voortaan gedeeltelijk wel kunnen vergeten. De gemeente heeft overigens het recht, maar niet de plicht, tot 1 januari 1996 de “oude gevallen” een hogere vergoeding te geven dan de “nieuwe
gevallen”, zoals de taxi-vergoeding. Hoe zit het met de invali­denkaart voor het openbaar vervoer?. Deze kaart is al inkomensaf­hankelijk gemaakt, de gemeente krijgt er geen geld meer voor van het rijk, wanneer de gemeente geen eigen middelen meer heeft vervalt ie. De gemeente betaalt het nu zolang ze kunnen.

De heer Vermeulen is “kwaliteitsmedewerker” van het rayonkantoor 
Zuid in de Banstraat. De taak van de kwaliteitsmedewerker is, achteraf en steeksproefsgewijs nagaan, of wat de collega’s doen wetstechnisch wel door de beugel kan. Maar hij bekijkt het alleen wetstechnisch. De heer Vermeulen gaat nader in op de rol van de sociale dienst. In principe gaat het bij de veranderingen om een ordinaire bezuinigingsmaatregel. De heer Vermeulen geeft aan, dat hij wat minder concreet kan zijn dan de vertegenwoordiger van het GAK.
Daar is duidelijk wat er gaat verdwijnen, maar wat de gemeente Amsterdam gaat doen, is onduidelijk. Hoe de echte regeling eruit gaat zien is ook nog niet bekend.
De heer Vermeuleen vertelt eerst, hoe nu al bij de sociale dienst met materie wordt omgegaan. De GSD heeft al ervaring met de uitvoering van voorzieningen voor gehandicapten. Ouderen kunnen nu geen beroep doen op AAW , waar het vervoersvoorzieningen betreft. Zij moeten bijzondere bijstand aanvragen. De GSD gaat haar uitvoeringspraktijk voortzetten, maar voor een veel grotere doelgroep. Hoe gaat zij dit doen?
De bijstand is een eindvoorziening, in een situatie waarin men genoodzaakt is hier een beroep op te doen, in een situatie waarin er geen andere voorzieningen zijn, het is een laatste redmiddel.
Wat is noodzaak? Daarvoor moet er een gebrek aan middelen zijn. Daarbij moet ook worden vastgesteld, of er wel een werkelijke noodzaak is voor de gevraagde voorziening. Wie dat gaat bepalen is zoals reeds gezegd nog niet bekend, De GG en GD? het GAK?. Bij beiden bestaat een keuringspraktijk. 
Vooruitlopend op de herziening van de Algemene Bijstandswet is in 1991 de deregulering en decentralisatie van de bijzondere bijstand ingevoerd. Bijzondere bijstand wordt verleend voor kosten, die niet uit de normale mormbijstand kunnen worden betaald. Normale bestaanskosten is alles wat je in het dagelijks
leven aan uitgaven moet doen. Bij bijzondere bijstand gaat het om kosten, die je normaal gesproken niet hoeft te maken.
Ook bij bijzondere bijstand speelt een rol: over welke middelen beschikt de client wel; daarbij wordt rekening gehouden met inkomen en vermogen. Er is een bescheiden vrij te laten vermogen van fl 8900,- voor een alleenstaande. Bij mensen in een inrich­ting en mensen met een eigen huis gelden andere regels. Na de deregulering van de bijzondere bijstand zijn er theoretisch meer mogelijkheden gekomen; er is minder vanuit het rijk omschre­ven. Maar ook op een minimuminkomen moet je altijd een drempelbe­drag opbrengen van op jaarbasis fl 189,-
Dus in de bijstand wordt rekening gehouden met wat mensen meer hebben dan het minimum. In Amsterdam wordt rekening gehouden met 35% van het meerdere. Zou de gevraagde voorziening uit dat meerdere kunnen worden betaald? Als blijkt, dat je het niet redt dan krijg je voor het resterende bedrag bijstand. Dit is
overigens puur gemeentelijk beleid; in andere gemeenten gelden andere percentages.
In zijn algemeenheid kan worden gezegd, dat de Wet Voorziening Gehandicapten gaat werken onder het regiem van de bijzondere bijstand. Dit betekent, dat mensen die iets boven het minimum zitten, erop achteruitgaan. Als er in het gezin bijvoorbeeld nog een inkomen is, komt de gehandicapte niet voor een voorziening in aanmerking, meestal. (hangt af van het inkomen van het gezinslid). Je kunt ervan uitgaan, dat mensen met een wat betere regeling erop achteruit zullen gaan.
Het bedrag voor voorzieningen, dat nu in de AAW zit, gaat naar de pot van de bijzondere bijstand, dwz een gedeelte ervan. Een ander gedeelte wordt gebruikt om te bezuinigen. Er komt geen aparte pot voor voorzieningen voor gehandicapten; er is slechts een pot voor bijzondere bijstand.

In Amsterdam is eigenlijk nog maar weinig geregeld, zo blijkt. Over de woonvoorzieningen bijvoorbeeld bestaat grote onduide­lijkheid. Worden die nu wel of niet ondergebracht bij de GSD? 
Het leek de heer Vermeulen niet logisch. Misschien gemeentelijke dienst herhuisvesting.

Uit de woorden van de heer Vermeulen bleek, dat de regels voor 
de toekenning van de bijzondere bijstand in Amsterdam strenger zijn dan elders. In sommige gemeenten wordt bv wel toegestaan een koelkast of een stofzuiger aan te schaffen op kosten van de bijzondere bijstand. In Amsterdam niet. Hier wordt ervan uitge­gaan, dat je 10% in je uitkering kunt reserveren voor koelkast e.d. Als je daarvoor geen geld hebt, dan wordt gezegd: ga maar naar de gemeentelijke kredietbank. Alleen in zeer bijzondere bijzondere gevallen, wanneer je kunt aantonen dat je beslist niet had kunnen reserveren, en dat je geen lening kunt afsluiten,
is bijzondere bijstand voor dit soort gevallen mogelijk.
Een aanvraag voor bijzondere bijstand kan nooit achteraf geschie­den. De sociale dienst gaat er dan vanuit dat er al in is voor­zien. Je moet dus een pro forma nota vragen, en daarmee naar de 
sociale dienst gaan en bijzondere bijstand aanvragen.

Piet van der Lende 16/4/1993
]]>

Plaats een reactie