Over proefballonnen en nieuwe voorstellen
Budgettaire doorrekeningen
Een tweede nota die in de verdere discussie over de invoering van de Wet Werken naar Vermogen een rol speelt is de notitie van het Centraal Plan Bureau over de budgettaire effecten van de samenvoeging van WWB, Wajong en WSW. Deze CPB notitie is 18 augustus 2009 verschenen. De notitie zal een rol spelen bij een discussie in maart/april 2011 over de uitvoeringskosten van de Wet Werken naar Vermogen. De VVD had het CPB verzocht om een budgettaire doorrekening te verrichten van hun voorstel waarin de WWB, Wajong en WSW worden samengevoegd tot een decentraal uitgevoerde regeling. De VVD noemde het de Participatiewet. Volgens het VVD voorstel op dat moment werden de meeste uitkeringen en WSW-lonen voor personen onder 27 jaar afgeschaft, wat zou leiden tot een forse besparing. De enige uitzondering betrof duurzaam en volledig arbeidsongeschikten, die volgens het voorstel nog wel een uitkering ontvangen. Het plan behelste voorts een verlaging van de uitkering, waardoor veel uitkeringsgerechtigden er op achteruit zouden gaan. Vooral de lonen voor huidige WSW ers werden fors verlaagd. Het budget voor re-integratie werd eveneens fors verlaagd, vooral bij personen die in het huidige systeem in de WWB zouden zijn gekomen (het huidige W-deel). De decentralisering van de huidige regelingen naar de gemeenten zou bovendien een sterkere prikkelwerking op uitkeringsgerechtigden hebben, zodat het aantal uitkeringen zou dalen. Het CPB constateerde, dat tegenover deze budgettaire besparingen hogere kosten staan voor de begeleiding naar werk en ondersteuning op de werkplek voor de huidige Wajongeren. Ook nemen de onderwijsuitgaven toe, omdat veel personen onder 27 jaar langer op school zullen blijven dan nu het geval is. De maatregelen zoals de VVD die voorstelde impliceerden bovendien forse inkomenseffecten voor bepaalde groepen uitkeringsgerechtigden. De inkomenseffecten worden in de CPB notitie niet nader gekwantificeerd. Deze notitie verschafte een budgettaire analyse van het VVD-plan. In de analyse wordt niet stilgestaan bij eventuele juridische complicaties. Abstraherend van deze mogelijke complicaties, genereert de maatregel volgens het CPB een uiteindelijke besparing op de overheidsbegroting van 1,25 mld euro. Deze besparing wordt pas op lange termijn bereikt. Welk deel binnen één jaar of kabinetsperiode gerealiseerd kan worden behoefde nadere studie. Daarmee was een volgende bouwsteen voor het ontwerp van de Wet Werken naar Vermogen geleverd.