Piet van der Lende 1 Ook al ligt de invoering van een wettelijk minimum uurloon voorlopig in de ijskast, de recente “Wet tegemoetkoming loondomein” biedt de werkgevers alle ruimte voor een loonkostensubsidie. Dat is een compensatie uit de belastinggelden voor extra loonkosten die het gevolg zouden zijn van sociale maatregelen van minister Asscher en staatssecretaris Klijnsma, beiden PvdA. Enkele nieuwe cao’s laten zien dat de werkgevers druk op de vakbonden uitoefenen om verslechteringen in de arbeidsvoorwaarden door te voeren.
Afschaffen
In december 2015 volgde na jaren onderhandelen een akkoord over een cao voor de supermarkten dat het CNV wel, maar de FNV niet tekende. Volgens Peter van der Put van FNV Handel pleegden de werkgevers symboolpolitiek met de afschaffing van het jeugdloon voor 22-jarigen. Hun aantal, zo bleek uit een enquête van FNV Young & United, was nihil: slechts 2 procent van de 1.600 respondenten was 22 jaar. Een grote meerderheid wees de cao van de supermarkten af. De toeslag voor werk in de avond of het weekend was afgeschaft. Velen hebben een oproepcontract van minder dan twaalf uur per week. Snippercontracten zijn de norm. Slechts een kwart van het personeel heeft nog een vaste aanstelling, een kwart is jonger dan 22 jaar. Het einde van de jeugdlonen voor 22-jarigen kost Albert Heijn niets. Maar het management wil wel voor de loonkostensubsidie in aanmerking komen. Voor de supermarkten snijdt het mes aan twee kanten: geen onregelmatigheidstoeslagen meer en een gratis loonkostensubsidie. IKEA sloot juni 2016 een cao met de door het bedrijf opgerichte ‘vakbond’. Ook hier versobering en deels afschaffing van toeslagen voor onregelmatige werktijden, koopavonden en zaterdagen en het einde aan het jeugdloon voor 22-jarigen. Ook hier buiten de FNV om. IKEA en andere werkgevers willen van de onregelmatigheidstoeslagen af. Ze noemen die regeling “hopeloos ouderwets”, niet passend bij de 24-uurs economie, iedereen doet ’s avonds en in de weekeinden boodschappen, de oude werkuren zijn uit de tijd.Werkgeverssubsidies
Maar er is meer. De wetgeving zit zo in elkaar dat werkgevers er alles aan zullen doen loonkostensubsidies binnen te halen door onder de minimum cao-lonen afspraken te maken. Oftewel een functieschaal tot 110 procent wettelijk minimumloon. Zo is een maximale subsidie mogelijk. Een dergelijke regeling is vastgelegd in de Grafimedia cao. Het Sociaal Akkoord van staatssecretaris Klijnsma biedt hulp aan mensen met de allergrootste afstand tot de arbeidsmarkt, dus diegenen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen. Maar veel gehandicapten, zowel middelbaar als hoger opgeleiden, zijn in staat om aan het minimumloon te komen. Om die reden tellen zij niet mee voor de 125.000 banen die er volgens het akkoord voor 2026 moeten zijn. Werkgevers nemen 100.000 banen voor hun rekening, de overheid 25.000. Een regeling voor mensen die onder de participatiewet vallen, zoals Wajongers en mensen die voorheen werk kregen van de gemeente. In ruil hiervoor krijgen werkgevers loonkostensubsidies, een no riskpolis bij ziekte van werknemers en job coaching. De Grafimedia cao bevat de bepaling dat onder anderen Wajongers met ‘een vermogen tot arbeid’ conform het wettelijk minimum(jeugd)loon mogen worden betaald. De berekening van het wettelijk minimumloon gaat uit van een 36-urige werkweek. Dus wordt voor de doelgroep van de participatiewet een uitzondering gemaakt. Maar over de cao zou wel eens opnieuw onderhandeld moeten worden, want bij een 36-urige werkweek verliezen sommige werkgevers hun subsidievoordeel.Wanhopigen
Het banenplan van 125.000 biedt echter geen enkel soelaas. De afspraken gelden voor hooguit een kwart van de groep arbeidsbeperkten: degenen die het minimumloon niet halen. De bedrijven zullen buiten de doelgroep van het Sociaal Akkoord geen mensen met een arbeidsbeperking aannemen of alleen onder slechte voorwaarden. En dat, terwijl de toestroom naar de participatiewet van arbeidsongeschikte jongeren nog op gang moet komen. Gebeurt dat, zal de Wajong grotendeels afgeschaft zijn en de Wet sociale werkvoorziening hervormd en ingeperkt. Resultaat: op de arbeidsmarkt een groot contingent wanhopigen die alle voorwaarden van de werkgevers moeten slikken. Klijnsma geeft toe dat de maatregelen uit het Sociaal Akkoord een gigantische verdringing op de arbeidsmarkt betekenen en steeds slechtere arbeidsvoorwaarden. Wat te verwachten is, toont het succes van het bedrijf Flextensie waarvan een werkgever bijstandsgerechtigden kan inhuren voor veelal tijdelijk werk. Zonder enige verplichting, behalve de betaling van een overeengekomen uurtarief aan Flextensie. Dat uurtarief, gebaseerd op het minimum uurloon plus werkgeverslasten, varieert van 11,75 tot 12 euro per uur, maar kan ook lager uitvallen, al naargelang de productiviteit van de werkende. De ‘werknemers’ ‘verdienen’ 1,5 tot 2 euro per uur, uitbetaald door Flextensie. Het bedrijf steekt ongeveer een derde van het inhuurtarief in eigen zak. Wat resteert, gaat naar de gemeentekas als besparing op de uitkeringslasten. Met andere woorden: de werknemers worden geacht te werken zonder loon, arbeidsrechten, cao of baangarantie en bekostigen zo een deel van de uitkering. Veel werklozen nemen dit aanbod voor lief. Al 500 gemeenten werken met dit bedrijf.Race naar de bodem
Op 1 december 2016 riep de FNV op de race naar de bodem op de arbeidsmarkt te stoppen. John Kerstens, Tweede Kamerlid van de PvdA, op de website van zijn partij: “En ik ben het daar hartgrondig mee eens. (…) Daarom strijden we schouder aan schouder met de vakbeweging voor een fatsoenlijke arbeidsmarkt (…) waarop collega’s niet elkaars concurrenten worden en niet tegen elkaar worden uitgespeeld, maar samenwerken. Een arbeidsmarkt waarop mensen niet als kostenpost worden gezien waarop je zoveel mogelijk bezuinigt, maar als het grootste kapitaal van een bedrijf waarin je juist investeert.” Huichelen, dat is het. In de aanloop naar de verkiezingen zal Asscher dit verhaal herhalen. En daarna zal er onderhandeld worden over de hoogte van een wettelijk minimum uurloon.1 | Een korte versie van een artikel over actuele sociale wetgeving – terug te vinden bij 319 extra 2. (terug) |