vv


18 september 2006

Strijd voor behoud van het Nederlandse cultuurlandschap

vvHiernaast ziet u een voorbeeld van het open landschap in Nederland. Op de voorgrond achter het hek de resten van een oude Lindedijk van het riviertje de Linde op de grens van Friesland en Overijssel. De dijkresten liggen in het dorp Oldetrijne. Het is meteen ook een voorbeeld van landschap dat verdwijnt: de boer die eigenaar is van de dijk heeft onlangs een groot deel van de 18e eeuwse dijk platgeschoven voor grootschalige landbouw. Vorige week verscheen de Natuurbalans 2006 van het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP). De Natuurbalans is een jaarlijkse rapportage over de ontwikkeling van de kwaliteit van natuur en landschap in het licht van het gevoerde beleid. In de Natuurbalans 2006 die vorige week werd aangeboden aan minister Veerman van Landbouw wordt geconcludeerd, dat het typisch Nederlandse open landschap verdwijnt, het platteland krijgt steeds meer een stedelijke uitstraling. Het bebouwde gebied is de afgelopen 15 jaar met ruim 20% toegenomen, wat ten koste ging van het platteland. Dat komt neer op een oppervlakte even groot als de Noordoostpolder. Ongeveer een kwart van het platteland is visueel verstoord door stedelijke bebouwing. Dat komt door bedrijventerreinen en woonwijken, maar ook door glastuinbouw en geluidsschermen langs snelwegen en spoorlijnen. Het zicht op het landschap is nog sterker verstoord doordat er veel gebouwd is langs en dichtbij snelwegen waardoor open panorama’s verdwenen zijn. In de Stellingwerven en Steenwijkerland uit deze ontwikkeling zich in plaatselijke discussies over de inrichting van het landschap en de bebouwing ervan.
Zo richt Jan Bezemer uit de buurtschap Scheerwolde zich tegen het vergevorderde plan om in Scheerwolde een groot recreatiepark in te richten. Met 250 recreatiewoningen, een groot meer met ligplaatsen voor tweehonderd boten en een twintig meter hoog centraal gebouw. Bezemer vindt dit een aanslag op de natuur. Hij vindt het plan onbegrijpelijk; het plangebied bij Scheerwolde ligt immers temidden van de kwetsbare strook, die Nationaal Park De Weerribben met natuurgebied De Wieden verbindt.
Een ander voorbeeld. De Plaatselijke Belangen van Kuinre, Oldemarkt en Ossenzijl, de werkgroep Hoofdstraat Ossenzijl en ondernemersvereniging Samen Sterk in Oldemarkt hebben de krachten gebundeld in een werkgroep. Deze werkgroep wil een randweg rond Ossenzijl op de politieke agenda.
Genoemde partijen hebben vorige week tijdens een bijeenkomst in dorpshuis De Slinger in Ossenzijl besloten dat het tijd is de druk op de lokale en regionale politiek op te voeren. De Ossenzijligers ondervinden al jaren overlast van het door het dorp razende verkeer. Dit zorgt voor lawaai, fijnstof en niet zelden voor gevaarlijke en onoverzichtelijke situaties. Deze ontstaan vooral als de brug, middenin het dorp, weer gesloten wordt. Daarnaast staat het drukke verkeer een aantrekkelijke inrichting van het dorp in de weg, waardoor de leefbaarheid al jaren onder druk staat. Onlangs bleek dat de gemeente Steenwijkerland de problemen in de Ossenzijl wil aanpakken. De gemeente wil in oktober een proef starten met het weren van doorgaand zwaar verkeer uit Ossenzijl. Er komen verbodsborden voor vrachtauto’s en het verbod zal streng worden gehandhaafd, aldus de gemeente.
De nieuwe werkgroep ziet echter meer in een randweg. Een randweg zou vele problemen definitief kunnen oplossen. De weg heft niet alleen de verkeersproblemen op, maar creëert kansen voor natuur, recreatie en woningbouw. Aanleg van een weg wordt dus verkocht als kansen voor de natuur. Uit bovenstaande voorbeelden blijkt, dat vele lobby-groepen op gemeentelijk niveau actief zijn om overeenkomstig hun economische belangen bebouwing van natuurgebieden mogelijk te maken, zoals boeren, ondernemers, projectontwikkelaars en anderen. Een aangezien gemeenten grote bevoegdheden hebben gekregen in de ruimtelijke planning, zal de verbrokkeling van het landschap voorlopig wel doorgaan.

 

samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende