Het Centraal Bureau voor de Statistiek maakte op 3 juli bekend, dat het aantal landbouwbedrijven in de periode 2000-2005 met 16.000 is verminderd tot ruim 81.000. Daar zijn drie redenen voor aan te wijzen. In de eerste plaats slokken verstedelijkte gebieden steeds meer landbouwbedrijven op. Uitbreiding van de stadsrand gaat ten koste van groene bufferzones. Een tweede oorzaak is het wegvallen van kleinere bedrijven (schaalvergroting). Een derde oorzaak die het CBS niet noemt is het omzetten van landbouwbedrijven in natuurgebieden.
Hierboven ziet u een kaartje waarop staat aangegeven waar de vermindering van het aantal bedrijven het sterkst is. Wat daarbij opvalt is, dat vooral in het zuid-oostelijk deel van de Noord-Oost Polder, het noordelijk deel van Flevoland en in de daaraan grenzende randgebieden in de Kop van Overijssel de afname van het aantal bedrijven bijzonder sterk is. Dat zal het gevolg zijn van de tweede oorzaak, de schaalvergroting, maar daarnaast worden met name in de Kop van Overijssel landbouwgebieden omgezet in natuurgebied.
Ook in plattelandsgebieden wordt de economische functie van de landbouw steeds beperkter. De dienstensector (toerisme, natuurbeheer, zorgboederijen e.d.) wordt steeds belangrijker voor werkgelegenheid en economische groei. De huidige situatie is de resultante van een eeuwenlang moderniseringsproces, dat een versnelling kende tijdens en na de industriele revolutie aan het einde van de 19e eeuw, toen de fabrieksmatige verwerking van landbouwproducten, schaalvergroting, mechanisering en opvoering van de productie per hectare op gang kwamen.