Algemene Inleiding Op deze pagina's vindt u de geschiedenis van de verschillende dorpen en buurtschappen in Steenwijkerland, West en Ooststellingwerf. Er wordt nog aan gewerkt, niet alle dorpsgeschiedenissen zijn gemaakt. De dorpsnamen waarvan de letters in rood zijn weergegeven zijn nu al te raadplegen. Wat betreft de ontstaansgeschiedenis van de dorpen en de periode daarna is veel gebruik gemaakt van de volgende bronnen en algemene inleidingen 1. Oorkonde uit 1320.Op 9 september 1320 sloten de gemene buren van zeventien parochies in Stellingwerf een overeenkomst met bisschop Frederik van Sierck ter bijlegging van geschillen, die zij met bisschop Gwijde van Henegouwen hadden. (1) De meeste dorpen in de Stellingwerven worden in deze oorkonde voor het eerst genoemd. Gemeene buren der parochiën van Monekebure, Nieu-skerpensele, Spanghe, Nieuwestrinde, Boylo, Ostbrockop, Oldenlameren, Nieulameren, Nieholtwold, Oldeholtwold, Oldentrinde, Ostrinde, Wluegho, Holenpath, Ydzerde, Oldenbrockop en Westbrockop verklaren, dat zij om ontslagen te worden van de ban en interdict, waarmee zij door wijlen bisschop Gwy getroffen waren, onder ede beloofd hebben de achterstallige rente der landen, door hen ingehouden, zullen voldoen met 4 Engelse Sterlingen "de qualibet talentata", dat zij jaarlijks de rente in handen van des bisschops officiaal te Vollenhove voortaan zullen voldoen. In deze oorkonde worden veel van de bovengenoemde dorpen voor het eerst genoemd. Daarom komt deze oorkonde bij verschillende dorpen ter sprake. Daarnaast zijn er uit de middeleeuwen nog enkele andere oorkonden die van belang zijn. Een andere belangrijke bron is een oorkonde van 28 mei 1399, waarin de 'gemene bueren' van 16 stellingwerfse kerspelen trouw beloven aan graaf Albrecht van Beieren. Er bestaat alleen een afschrift, zoals die in het Charterboek van Schwarzenberg staat, het origineel bestaat niet meer. Het is dus een 18e eeuwse kopie. De historicus G.P. Mulder heeft bestudeerd hoe de dorpsnamen in De Kroniek van Friesland van Worp van Thabor werden gespeld.(zie onder punt 3) Deze kroniek werd tussen 1517 en 1538 geschreven. Er bestaan alleen nog 16e eeuwse kopieën van. In het vierde boek, dat in het Nederlands is geschreven, noemt Worp van Thabor bij het jaartal 1408 een oorkonde waarin de bisschop van Utrecht een geschil regelt met de landen van Stellingwerf, Schoterwerf en Oosterzee. De verschillende kerspelen zullen ieder een vastgesteld bedrag aan de bisschop betalen. Daarom werden alle toen bestaande kerspelen opgesomd. Mulder heeft 19 handschriften vergeleken en de namen die daarin genoemd werden op een rijtje gezet. Bij het buiten beschouwing laten van bepaalde logische spellingsverschillen 2. Voor de gegevens over de patroonheiligen van de verschillende kerken is gebruik gemaakt van H.J. Kok - Proeve van een onderzoek van de patrocinia in het middeleeuws bisdom Utrecht. (2) 3, Voor de spelling en de schrijfwijze van de dorpsnamen in de Stellingwerven is gebruik gemaakt van G.P Mulder, de Stellingwerfse dorpsnamen. (3) 4. Wat betreft de geschiedenis na de middeleeuwen is als uitgangspunt veel gebruik gemaakt van het biographisch woordenboek der Nederlanden van A.J. van der Aa waarin alle dorpen en buurtschappen van de Stellingwerven en de Kop van Overijssel wel ter sprake komen.(4) 5. Hepkema behandeld de geschiedenis van veel Friese dorpen, ook die in de Stellingwerven (5) 6. Algra heeft enkele delen dorpsgeschiedenissen het licht doen zien (6) 7. O. Santema had in 'Het Bolwerk' een rubriek, waarin iedere maand een afbeelding van een Fries dorp en gegevens over het dorp behandeld werden (7) 8. Kroes/Hol hebben de geografische geschiedenis van Noord-West Overijssel behandeld. (8) 9. Oosterwijk behandeld de geschiedenis van de dorpen in Ooststellingwerf (9) 5. Over verschillende dorpen zijn monografien en tijdschriftartikelen verschenen. Specifiek op een dorp betrekking hebbende bronnen worden bij het desbetreffende artikel genoemd. Tevens zijn bij de artikelen links toegevoegd naar websites op het internet van het desbetreffende dorp of waarin het dorp ter sprake komt. (1) Zie literatuurlijst 'gedrukt' Colmjon, 1883 no 187 en Berkelbach
van der Sprengel, 1937 no 458. |
samenstelling tekst en lay out pagina: |