Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden


vv

Jonen

Hiernaast ziet u het pontje van Jonen. De foto is genomen in 2002. (1) Jonen, Joene of Joone is een buurtschap aan het zuideind van het Giethoornse meer. Het pontvaartuigje van Jonen is de enige oeververbinding tussen De Blauwe Hand en Muggenbeet. Op deze route passeren meer dan 30.000 schepen en vele plezierbootjes uit het gebied zelf.

verklaring naam

De naam Jonen wordt op twee manieren verklaard. De eerste verklaring is, dat zich hier de Franciscaner monnik Jona vestigde, die zijn celibaat schond en die trouwde met de Flagellantendochter Marcela. Het gehucht zou vervolgens naar hem zijn genoemd. Een tweede verklaring is, dat de naam van het buurtschap afkomstig is van 'Joon' met meervoud jonen, wat de benaming is voor een boei- of bakenton in het water die nog het meest gelijkt op een omgekeerde fles met een daaruit oprijzenden stok. Het was dus een drijvend tonnetje in het water met een stek erop als baken in het vaarwater of op het meer, waar de vissers hun tuig uit hadden staan. De oorsprong van het woord is tot hiertoe niet bekend. (2) 'Een, op het water drijvend tonnetje, met daaruit oprijzenden stok, dienende om, op eene rivier, een vaarwater alleen voor ligte vaartuigen geschikt aan te wijzen'. De benaming joon wordt ook gebruikt bij de beugvisscherij. De beug is een vistuig, dat in vroeger tijden werd gebruikt bij de visserij op zee. Aangezien Jonen wat verder landinwaarts ligt, zal Jonen niet op deze betekenis van Joon slaan.

De schippers van Jonen

Blijkens een ANWB bord dat bij de pont staat was Jonen vroeger bekend als overslagplaats voor beurt- en turfschippers. Nederingdoenden kwamen met kleinere vaartuigen via de Cornelisgracht uit Giethoorn en Dwarsgracht naar Jonen om goederen aan en af te voeren. Verveners leverden er hun turf af, die via Blokzijl per tjalk naar de steden in het westen van het land werd vervoerd. Ook beroepsvissers hadden hier hun trefpunt met hun handelaren. In de 18e eeuw bestond er zelfs een afzet naar Engeland. De meeste van deze economische activiteiten moeten al halverwege de 19e eeuw zijn verdwenen, want uit het bericht van Van der Aa blijkt, dat Jonen toen erg klein was. Volgens Van der Aa stonden er in zijn tijd, omstreeks 1840 2 huizen en waren er 16 inwoners. Bij de overstromingsramp van februari 1825 liep dit buurtje geheel onder water. Voor de bewoners van het ene huis ging alles verloren, terwijl de bewoners van het andere huis alles behielden. (3)

(1) Zie voor technische gegevens van het voet- en fietsveer de website over voetveren in Nederland
(2) Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT 1995)
(3) Van der Aa deel 6 blz 160

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende