Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden




Steggerda

vv

Kerk te Steggerda

Hiernaast ziet u de hervormde kerk van Steggerda. De foto is genomen in de zomer van 2001. De kerk zou volgens van der Aa aan de H. Fredericus zijn gewijd. Maar er zijn geen bronnen die dat bevestigen, zodat in feite onbekend is waaraan de kerk was gewijd. De kerk is in het jaar 1842 geheel herbouwd. Er is toen een gebouw met een spitse toren neergezet. Zoals we bij de geschiedenis van het dorp Noordwolde zagen werd de kerkelijke gemeente waaronder de dorpen Steggerda, Noordwolde, Boyl en Finkega vielen in 1727 gescheiden in twee gemeenten. Zo ontstond de kerkelijke gemeente Steggerda-Finkega. De eerste dominee die in deze gemeente stond na de scheiding van Noordwolde en Boyl, was Fredericus Reddingius, die dus in 1727 kwam en in die 1777 door ouderdom het emeritaat verzocht en verkreeg en naar Sneek vertrok.
In de tijd van Van der Aa, dus omstreeks 1840 stonden er in de kom van het dorp 22 huizen en waren er daar 140 inwoners. (1) Naast de kom van het dorp waren er nog twee buurtjes, nl Steggerderburen en Overburen. In totaal waren er in het dorp (dus in de drie buurten) 122 huizen en 830 inwoners, die meest in de landbouw hun'bestaan vonden. Men had er in de tijd van Van der Aa in het zuiden goede bouwlanden en in het noorden naar de Linde toe goede bouw- en weilanden, en vervolgens, nabij de Linde, hooilanden. In de 17e en 18e eeuw werd hier veel turf gegraven. Maar in de 19e eeuw waren er geen veenderijen meer. Steggerda kende na de Reformatie een grote groep inwoners, die katholiek waren gebleven. In de eerste helft van de 19e eeuw woonden er in Steggerda zo'n 240 katholieken. Zij maakten met de katholieken van de dorpen Boyl, Noordwolde, Finkega, Peperga en Blesdijke in de eerste helft van de 19e eeuw deel uit van een statie, die tot het aartsprotectoraat van Friesland behoorde en die in totaal 490 communicanten telde. Zij werden door een Pastoor en twee kapellaans bediend en zij hadden een eigen begraafplaats.

Steggerda kende in vroeger tijden ook twee jaarmarkten. Deze jaarmarkten vielen in de 19e eeuw op de laatste donderdag in April en de derde donderdag in Augustus.

(1) Van der Aa deel 10 blz 721

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende