vv

Vervoermiddelen

In de loop van de negentiende eeuw werden allerlei nieuwe vervoermiddelen geintroduceerd die tot gevolg hadden dat de mensen zich steeds sneller konden verplaatsen. De aanleg van spoorwegen en de introductie van de auto in het begin van de 20ste eeuw betekenden dat men in korte tijd grotere afstanden kon afleggen. Tot die tijd moest alles lopende worden gedaan of met paard en wagen of per boot, zoals de trekschuit. Dit betekende dat bijvoorbeeld familieleden, die in onze ogen op betrekkelijk korte afstand van elkaar woonden, bijvoorbeeld 50 kilometer, elkaaar slechts zelden zagen.Het nam teveel tijd in beslag om zomaar bij elkaar op bezoek te gaan, ook al omdat de boerenbevolking haar tijd moest besteden aan de werkzaaheden op de boerderij.
schaatsen In Friesland was echter schaatsen een snelle methode om je over grote afstand te verplaatsen. Wanneer het winter was en er lag sterk ijs, dan konden de dorpsbewoners bij familieleden of vrienden en kennissen in verder weg gelegen dorpen op bezoek gaan.Wanneer familieleden in deze tijd bij elkaar op bezoek gingen namen ze afscheid met de woorden:

schaatsen'tot ankem joar bij sterk ies en volle moane'. De 'Friese doorloper' was een beroemde schaats waar de boeren gebruik van maakten. Hiernaast ziet u Friese doorlopers uit de vijftiger jaren van de 20ste eeuw. Na die tijd is men overgestapt op hoge noren, waaarbij de schoen aan het schaatsijzer is vastgemaakt.

 

 

 

De fiets

fietsenOok de uitvinding van de fiets betekende dat men zich sneller kon verplaatsen. De huidige fiets kreeg haar vorm omstreeks 1900. Daar is een reeks aan uitvindingen gedurende de twee helft van de 19e eeuw aan vooraf gegaan. Ziehier de geschiedenis van de fiets.Dus pas in de jaren tien van de twintigste eeuw werd de fiets in haar huidige vorm gemeengoed. Mijn grootouders waren toen al ver in de twintig en zij moesten dus als volwassene alsnog fietsen leren. Mijn grootmoeder heeft het nooit goed geleerd. Het fietsen zelf ging nog wel, maar het op- en afstappen bleef een probleem. Wanneer mijn grootvader en grootmoeder uit fietsen gingen en ze waren aangekomen bij de plek waar ze wilden zijn dan moest mijn grootvader op het laatst snel een eindje vooruit fietsen, afstappen en vervolgens mijn grootmoeder opvangen. Hierboven ziet u een groepje mannen fietsen in de Groote Veenpolder van Weststellingwerf in de dertiger jaren.

gemotoriseerd verkeer

motorfietsAan het begin van de 20ste eeuw deed ook het gemotoriseerde vervoermiddel zijn intrede. Hiernaast ziet u een man op een oude motorfiets. De T-Fords waren de eerste auto's. Mijn oudoom in Slijkenburg had zo'n T-Ford gekocht en mijn vader en mijn oom reden erin. Maar ook toen al moest je een rijbewijs hebben. Dat was geen probleem. De plaatselijke veearts had als bijbaantje examinator voor het officiele rijexamen. Mijn vader moest in een auto een rondje rijden, laten zien hoe je de auto in zijn vooruit of achteruit kon zetten en je was geslaagd. Over verkeersborden werd niet gepraat. De T-Ford was beperkt in zijn technische mogelijkheden. Wanneer de familie een rondje ging touren en ze kwamen in heuvelachtig gebied in de omgeving van Steenwijk, dan moest er af en toe geduwd worden. De T-Ford kon namelijk niet geheel zelfstandig heuvelop rijden. Onderaan de heuvel stapten de passagiers uit en ze duwden dan de auto mee omhoog. De T-Ford had ook geen electrisch aangedreven ruitewissers. Wanneer het regende moest een van de passagiers constant aan een knop draaien, die aan de binnenkant van de auto aan de ruitewisser was bevestigd.

 

samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende