vv

 

De los van Overijssel-beweging in Kuinre voor aansluiting bij Friesland in 1939

In mei 1939 was Kuinre even landelijk nieuws. De Noordoost Polder werd aangelegd, na het tot standkomen van de Afsluitdijk en de vraag was, wat de positie van Kuinre zou zijn ten opzichte van het nieuwe land. De Kuindersen hadden in die tijd veel klachten over het Proviciaal bestuur in Overijssel. Wegen waren verwaarloosd, de waterleiding werkte niet goed en de bedrijvigheid in het eertijds zo welvarende Kuinre was sterk afgenomen. Hieronder ziet u een beeld van Kuinre in 1939 dat is afgedrukt in de Panorama van 18 mei 1939. Ook de andere foto's op deze pagina zijn uit dat blad.
vOp 24 april 1939 kwamen de Kuindersen bijeen voor een vergadering in het gebouw van Christelijke Belangen, ter bespreking ' van de levensbelangen van Kuinre'. Er waren tachtig mensen aanwezig, een groot aantal voor een gemeente met 371 kiesgerechtigde inwoners. Het werd een roerige vergadering. Op de agenda stond een adres aan de gemeenteraad van Kuinre, waarin onomwonden gevraagd werd om aansluiting bij Friesland. Men verwachtte van die provincie meer dan van de provincie Overijssel. Het adres werd voorgelezen en alle aanwezigen ondertekenden het. Dit deden ook andere inwoners. 348 van de v372 kiesgerechtigden tekenden uiteindelijk. Rechts ziet u een van de strijdbare actievoerders. De grieven tegen de provincie Overijssel waren er vele. Iedere ingezetene van Kuinre was het een doorn in het oog, dat de haven van Kuinre ontoegankelijk is geworden door verzanding. Men wenste een waterwegverbinding met andere streken om de economische vaart er in Kuinre in te brengen. Een vooruitziende blik, want pas veel later zou er via Kuinre weer een verbinding komen tussen Linde en Tjonger; veel planologen, politici en plaatselijke bestuurders hebben er spijt van als haren op hun hoofd dat er tijdens de aanleg van de Noordoost Polder geen randmeer is opengelaten, wat in onze tijd het toerisme sterk zou hebben bevorderd. Een tweede grief had betrekking op de Provinciale Weg, achter Kuinre. Deze weg verkeerde in 1939 in een ergerlijke toestand van verwaarlozing. Er zaten grote kuilen in de weg. Met name de stukken van Kuinre-Zuid tot de Blankenhammer Zeedijk en van Kuinre-Noord tot voorbij Slijkenburg waren er slecht aan toe. Dit alles had tot gevolg, dat er een slechte verbinding was met het Overijsselse achterland via Blokzijl. Daardoor was Kuinre inderdaad voor een groot deel geisoleerd van het overige deel van de Noordwesthoek van Overijssel. Ook de waterleiding in Kuinre functioneerde niet goed. De druk was regelmatig te laag, ondanks de aanwezigheid van een prachtige nieuwe watertoren in Kuinre.

nieuwe planologische ontwerpen

De afkeer tegen de provincie Overijssel dateerde niet van vandaag of gisteren. Men had al langer het idee, dat Kuinre als een uithoek van de provincie werd beschouwd, waaraan weinig aandacht hoefde te worden besteed. Een kwestie die op dat moment ook speelde, waren de plannen van het Provinciaal Bestuur de gemeenten Kuinre, Oldemarkt en Blankenham samen te voegen. Gezien het geringe belang dat de provincie hechtte aan de economische betekenis van Kuinre nu en in de toekomst, vreesde men, dat het bewuste politiek was van de provincie om Kuinre van de kaart te vegen. Geen betekenis in de nieuwe planologische ontwerpen die de provincie maakte naar aanleiding van de aanleg van de Noord-Oost Polder. De planologische beslissingen die men wenste te nemen gaven Kuinre geen centrale plaats als belangrijk dorp in het geheel en de plannen konden alleen ten uitvoer worden gebracht wanneer de lastige Kuindersen tot zwijgen werden gebracht door hun gemeente bij andere v
te voegen. Vandaar het voorstel voor een gemeente van Oldemarkt, Kuinre en Blankenham. Hierboven ziet u hoe op de dijk bij Kuinre de basaltblokken na de aanleg van de Afsluitdijk worden weggehaald en de dijk verder ontmanteld. Maar wat kwam ervoor in de plaats? Wat die planologische beslissingen betreft: De Noordoost Polder zou, wanneer die werd aangelegd, voor de deur van Kuinre komen te liggen. Er was een vaart gepland van de Kuinre naar de nieuwe polder, maar er was geen rekening mee gehouden, dat deze vaart pas betekenis zou krijgen als zij aansloot op de benedenloop van de Linde door middel van een schutsluis, waardoor een directe waterweg verbinding tot stand zou komen tussen de Noordoost polder en de Friese binnenwateren in het oosten. Pas dan zou, meenden de Kuindersen, rekening worden gehouden met de belangen van Kuinre en het Friese achterland. Het bovengenoemde adres aan de gemeenteraad dat op 24 april 1939 ter sprake kwam vroeg niet alleen om aansluiting bij Friesland, maar was ook gericht tegen de samenvoeging van de gemeenten. Kuinre moest een zelfstandige gemeente blijven. Alleen op die wijze zou Kuinre zich kunnen ontwikkelen tot invalspoort in de nieuwe polder, redeneerde men. Eindconclusie: Kuinre moest een zelfstandige Friese gemeente worden. De belangen van Friesland en Kuinre liepen parallel meende men: Friesland wenste een goede verbinding van de zuid-oost hoek van de provincie met de Noordoost polder en Kuinre wilde graag als 'transitohaven' fungeren. Overijssel had bij deze hele kwestie niets te winnen en men richtte zich in die provincie, analyseerden de Kuindersen, vooral op de zuidelijker gelegen kustplaatsen die voor het verkeer te water in de provincie Overijssel meer betekenis hebben.

landelijk nieuws.

vHet verzet van de Kuindersen werd landelijk nieuws. Weliswaar besteedde men ook aandacht aan de werkelijke motieven van de Kuindersen, en aan het belang van een goede planning bij de aanleg van de Noordoostpolder, maar de westerlingen in ons land vonden het ook wel een vermakelijk plaatselijk relletje, van behoudzuchtige plattelanders, die streefden naar zelfstandigheid van hun kleine gemeenschap. Maar er is meer. We leven in 1939 aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog en het opkomend fascisme. Zelfs in de Panorama van 18 mei 1939 waarin verslag wordt gedaan van de protesten van de Kuindersen worden suspecte theorien van stal gehaald over het ' volkskrakter' van de Kuindersen. Daarvoor duikt men in het verleden. De bevolking zou 'etnisch' gezien 'Fries' zijn. En daaruit zou de hang naar Friesland te verklaren zijn. Kuinre was in de middeleeuwen een zelfstandig graafschap, dat in 1399 door graaf Herman aan de bisschop van Utrecht verkocht werd, en sindsdien hoorde Kuinre bij het Oversticht, maar historisch gezien, qua taal en orientatie, zou Kuinre bij Friesland horen. Veel Kuindersen hadden Friese voorouders. Sommige kranten spraken in dit verband van de 'Sudeten-Duitsers van Friesland'. In commentaren en ingezonden brieven in de Leeuwarder Courant uit die tijd wordt het vraagstuk van de planologische beslssingen mbt de Noordoostpolder en omgeving teruggebracht tot een cultureel-etnisch probleem. Friesland zou zich ermee moeten bemoeien, omdat veel bewoners van de randgebieden eigenlijk 'Friezen' waren en men wilde een groot-Friesland. Naar analogie van de Sudeten-Duitsers sprak men bij Kuinre over een 'anschluss' beweging bij Friesland. (1). De Kuindersen zouden net als de Sudeten meer 'Lebensraum' willen.
vDe meest onverholen 'bloed en bodem' theorie werd geventileerd in het fascistische Nationale Dagblad, dat munt probeerde te slaan uit de onrust onder de Kuindersen. Men stelde, dat het vanuit 'Friesch-nationalistisch' standpunt gewenst zou zijn, dat Kuinre bij Friesland kwam. Men stelde dat een belangrijk aantal inwoners van Kuinre Fries sprak, terwijl meer dan de helft van Friese afstamming zou zijn, alleen al door immigratie in de laatste honderd jaar. Aansluiting bij Friesland zou belangrijk zijn, omdat dan 'vanaf het Flevomeer tot aan Veenhuizen' een 'homogeen 'Friesch-Saksisch grensgebied' tot Friesland zou behoren, 'wat voor een noodzakelijke zuivering van Friesche en niet-Friesche elementen zeker gewenscht is'. (2) Dit zou dan weer in overeenstemming zijn met de 'Friesch-nationale' beginselen, die uitgaan ' van de drie-eenheid van Friesch bloed, Friesche taal en Friesche cultuur'. Daarom wilden de fascisten de Kuindersen de helpende hand toesteken. Maar, vrezen de fascisten, de democraten in het Provinciale bestuur van Friesland streven naar overleg en samenwerking met Overssel en zijn druk met het samenstellen van een nieuw bestuur na de verkiezingen, die net zijn geweest en zij houden zich niet met de belangrijke Kuinderse kwestie bezig. Zo zie je maar weer, zeiden de fascisten, dat de democratie een belemmering is voor de werkelijke belangen van de bevolking. De hulproep van een door democratie verarmd plaatsje heeft geklonken, zeiden ze.

Hoe ging het verder?

Ik moet nog nader onderzoek verrichten naar hoe het verder gegaan is. De Kuindersen bleven blijkens de reportages in de media nuchter hun eigen weg volgen en ze lieten zich niet gek maken door allerlei lieden die in troebel water probeerden te vissen. Je zou de protestbeweging in Kuinre kunnen zien in een breder perspectief van protesten die klonken bij de discussies over hoe de Noordoostpolder aangelegd zou moeten worden. Zo zijn er ook protesten van boeren op het 'oude land' die te maken kregen met inklinking van (veen) gronden toen de Noordoostpolder eenmaal klaar was. De aanleg van de polder betekende nl een daling van de grondwaterspiegel en indroging van de gronden. De bevolking langs de oude Zuiderzee heeft intensief deelgenomen aan protesten tegen allerlei plannen van bestuurlijke organisaties. Bijvoorbeeld ook vissers. Het zijn in de vijftiger jaren en daarna enigzins verzwegen sociale bewegingen van de bewoners van het 'oude land' langs de kust van het IJsselmeer. Er is een boek over geschreven door Ir S. Meyn-spanning langs de rand.
De fusie tussen de gemeenten Oldemarkt, Blankenham en Kuinre is in 1973 uiteindelijk toch tot stand gekomen door vorming van de gemeente IJSselham, die weer is opgegaan in de gemeente Steenwijkerland.

(1) Algemeen Handelsblad 8 mei 1939.
(2) Het Nationale Dgablad van 9 juni 1939

Zie ook artkelen in De Groene Amsterdammer van 27-05-1939, Nieuwsblad van Friesland van 10-05-1939, De Tijd van 09-05-1939, Opregte Steenwijker Courant van 09-05 en 12-05 1939, Panorama van 10 -05 en 18-05-1939, Provinciale Overijsselsche en Zwolse Courant van 06-05 en 16-05-1939, Leeuwarder Courant van 1105-1939.

v


 

samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende