Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden



De vijfde dag van de vakantie

vrijdag, 29-8-2014 08:40:19 Vanmorgen om half 7 opgestaan nadat ik om half 10 naar bed was gegaan.

Vanmorgen allerlei gedachten over hoe de samenleving zich hier ontwikkelt. Gedachten over de grote invloed van het neoliberalisme, die tot in de diepste porien de structuur van de samenleving, de sociale verhoudingen maar ook bv de structuur van het cultuurlandschap en de wijze waarop voorzieningen bestaan en welke en waar diepgaand beinvloedt, maar om nou te zeggen dat ik precies kan aangeven waar het hem in zit, nee, dat is een beetje ongrijpbaar. Ik bedacht dat de particuliere initaitiatieven van vrijwilligers wel positief zijn, maar geen professionaliteit uitstralen. De weinige bezoekers van de kleine oudheidscentra en musea laten zien dat deze instellingen zich in een vicieuze cirkel bevinden: geen professionele leiding, daardoor geen bezoekers en daardoor weinig tot geen inkomsten om het cultuurgoed te beheren, te tonen en een zinvolle plaats in de gemeenschap te geven.Wel zijn er vanuit de plaatselijke bevolking vele historische verenigingen actief, met een website, die de geschiedenis van dorp of streek ook in beeld brengen.

beleving van geschiedenis

Maar het is wel zo, dat de belangstelling van de toeristen ook niet uitgaat naar de geschiedenis van de streek; men wil wandelen en fietsen in ´de natuur´ en wel een uitleg daarvan over de planten en de dieren, de flora en fauna, maar het verdwijnt ook weer, het is infotainment, amusment op een oppervlakkige manier, in het kader van ontspanning, en gebaseerd op imago building. Dit laaatste bedacht ik toen ik een item in het journaal zag van een toeristisch feest in Middelburg of zo. Vrouwen gekleed in klederdracht of wat daarvoor moet doorgaan, op klompen, een soort imago, wat met de historische werkelijkheid niets te maken heeft. Maar ook hier weer: om nou precies te pakken wat er onwaarachtig aan is, dat is niet zo eenvoudig.

Ik bedenk dat industrieterreinen zich concentreren in de grotere plaatsen, zoals Wolvega en in mindere mate Kuinre en Oldemarkt. De boerderijen die nog in bedrijf zijn zijn grootschalige fabrieken geworden, met zeer zware landbouwmachines en een zeer efficiente productie, die niets meer te maken heeft met het boerenleven van weleer.

Vaartocht in de Weerribben

We zijn richting Ossenzijl gefietst naar het bezoekerscentrum. Daar ligt een rondvaartboot aangemeerd.

Een vaartocht gemaakt in de weerribben met de rondvaartboot van Tymen Vaartjes, die onderweg ook uitleg gaf.

vv

De boot van Tiemen Vaartjes

Er is een website van de boot. website boot Tiemen Vaartjes

In de boot kunnen wel 50 mensen, maar de boot was niet vol. Langs de Kalenbergergracht zitten in het fietspad 45 brugjes, zei hij. Die Gracht heette vroeger Oudega, waar ik vanmorgen naar zocht. De huizen langs de kant van de Kalenbergergracht zijn bijna allemaal tweede huizen, die ´s winters onbewoond zijn. Langs de gracht wonnen nog maar enkelen permanent. Zo´n ydillisch veenarbeidershuisje of kleine boerderij kost al gauw 3 ton.

vv

veenarbeidershuisje in de Weerribben. Je kunt het huisje huren

Maar er staan er niet veel te koop langs het water.In Ossenzijl wel. De tweede huisjes zijn dus nog wel erg gewild. Maar aan de ene kant van de Kalenbergergracht kun je alleen met de boot bij de huizen komen en langs de andere kant alleen via het fietspad.

jachthaven en het maaien van riet

We voeren het botenhuis uit en kwamen in een jachthaven, waar veel dure boten lagen. Maar de grootste boten, zei Vaartjes, zijn huurboten. Als je die wilt huren kost dat 2000 euro in de week, veel Duitsers maken ervan gebruik. Hij heeft ook de prijzen van de boten genoemd, maar die ben ik vergeten. In de Kalenbergergracht gingen we rechtsaf, onder een opgehaald bruggetje door. Vrij snel na de jachthaven was dat. Het onderhoud van de Weerribben kost veel geld. In feite moet een voortdurend gevecht geleverd worden tegen de verlanding, waarbij met name krabbescheer zich razendsnel vermenigvuldigt en in de herfst op de bodem zakt, waarna het volgend jaar de krabbescheer dubbelop terugkomt en de petgaten langs de ribben binnen de kortste keren helemaal dicht groeien. Vervolgens komt er riet. Dit riet wordt gemaaid, maar de verlanding gaat op veel plaatsen niet zover, dat je erop kunt lopen. Langs de kanalen en petgaten zie je behalve de ribben, waar de veen nog onder zit, moerasachtige bospartijen met laag groeiende struiken, waar je niet kunt lopen. De plaatsen waar riet groeit worden ieder jaar verpacht aan riettelers, daar zijn er wel honderd van.

Het riet kan geoogst worden van december tot april, daarna mag het niet meer vanwege het broedseizoen. Het is belangrijk dat er af en toe een strenge winter komt, want dan kan het riet ook over het ijs worden gesneden. Is dit niet het geval en zijn er vele zachte winters achter elkaar dan komen er bosschages tussen het riet op en gaat een moerasbos ontstaan dat weer verder gaat verlanden. Op verschillende plaatsen zie je dit proces. Eiegnlijk zouden de volledig verlande terreinen weer opengegraven moeten worden zodat in een periode van tien jaar het proces van verlanding opnieuw kan beginnen, maar door de bezuinigingen is daar eigenlijk geen geld voor. Dat uitgraven van een hectare land kost wel 45.000 euro. De afgelopen tien jaar was er een Australische wijnboer die ieder jaar 30.000 euro gaf, en daarvan zijn verschillende terreinen weer tot water gemaakt maar nu is het geld op.

hooien en riet maaien

Op de hooilanden leven reeën, die er heel veel zijn in de weerribben. Maar de hooilanden worden gemaaid en anders wordt het bos en het hooi dat van deze landerijen komt is waardeloos. Er zitten allemaal distels en veel onkruid in, ongeschikt voor de beesten. Op verschillende plaatsen zie je in de hooiweitjes machines staan waarmee het gras wordt gemaaid. Daarom wordt het verbrand. Daar heb ik foto´s van gemaakt. Behalve reeën komen in het gebied de laatste tijd ook veel vossen voor. Die eten veel water vogels op. Die vossen waren er vroeger niet. Ook zijn er in het gebied veel haviken komen leven, die ook watervogels vangen. We zagen onderweg dan ook weinig watervogels. Niet alleen worden ze opgegeten, zaols meerkoeten, ook trekken de vogels weg naar minder gevaarlijke gebieden. In de Weerribben mag op die dieren worden gejaagd, nl reeën, vossen en nog een beest wat ik ben vergeten. Ook komen er in het gebied veel muskusratten voor, het zogenaamde waterkonijn. Vaartjes maakte daar grapjes over, want het is een schoon dier en we lusten het niet, wel paling, en die zijn veel viezer. Je moet wel van zijn droge humor houden.

vv

Uitzicht in de Weerribben

We kwamen ook langs een hooiland waar korte stokken in de grond stonden die aan de bovenkant oranje waren gemaakt. Dit is een waarschuwing voor de maaiers om dit niet te maaien, want hier groeit water zuring, de plant waarop de zeldzame grote vuurvlinder zijn eitjes legt. Verder kwamen we lansg Hagewinde, bijgenaamd pispotten. Als het riet is gemaaid, moeten de bossen riet eerst worden schoongeschrapt, ontdaan van onkruid en andere plantenresten. Vaartjes noemde ook dat je met een rieten dak wel 30 jaar meekunt en hij noemde ook de prijs van het riet per meter, maar dat ben ik vergeten. Getallen kan ik niet onthouden.

Krabbescheer groeit alleen in zeer schoon weater. In het gebied zitten veel snoeken, waarop niet gevist mag worden. Er is slechts in de buurt van de camping langs het water een waterpartij waar gevist mag worden, oa op snoekbaars. Het kanalenstelsel in de Weerribben is wel 50 km lang en je kunt er dus gemakkelijk verdwalen. Mensen gaan met kleine fluisterboten het gebied in, nemen soms kleine kinderen en babys mee, geheel onverantwoord, en er kapseist wel eens een boot. De toeristenboot van Vaartjes heeft ook de functie, dat hij zieke n mensen naar de wal brengt uit het gebied. De post wordt er wel rondgebracht en er is ook een kruidenier per boot (Albert hein) en andere dienstverleners.

verwilderde katten

In het gebied wordt ook gejaagd op wilde katten. Die komen ook veel voor, verwilderde katten. Mensen nemen hun poes mee als ze op vakantie gaan en laten die dan los in de weerribben. We maakten de vaartocht met een platbodem van 50 cm vaardiepte, waar precies 50 mensen in kunnen dan, want de waterwegen waar de boot doorvaart en war andere grote boten niet kunnen komen zijn vaak niet dieper dan 80 cm. Toch moeten delen van de vaarroute regelmatig worden uigebaggerd om de route te kunnen blijven volgen.

vv

Tjasker in de Weerribben

Vroeger stonden op plaatsen in de waterwegen waar je met je kano of fluisterbootje niet mocht komen bordjes met verboden toegang maar dat had geen effect. Over het water was dan een paal van de ene oever naar de andere gelegd, en de mensen voeren er gewoon onderdoor. De bordjes met verboden toegang zijn weggehaald en nu varen de mensen niet meer langs de palen.

Boerderijen

De kleine boerderijtjes hadden oorspronkelijk een zeer klein voorhuis. Vlak erachter steekt het boerderijtje een meter uit en daar stonden de koeien. In de vijftiger jaren zijn veel veenarbeidershuisjes opgeruimd, weg met die krotten. Daar had men later wel spijt van, want zo´n opgeknapt huisje kost nu dus drie ton. We voeren langs een boerderijtje dat alleen over water breikbaar is. De boer die er woonde vervoerde de koeien met de boot en in strenge winters bracht hij de melk met de slee naar de weg. Dat de huizen mnoeilijk bereikbaar waren, was in die tijd geen probleem, zegt Vaartjes, want ze hadden hun werk achter het huis.

Volgens Vaartje ligt Emmeloord 6 meter dieper dan de weerribben, maar dat weet ik niet, of dat wel klopt. Hij noemde ook hoeveel hecatre het gebied is. Al met al maakt het de indruk dat het ouderhoud van het gebied een vermogen kost. Om het gebied in dezelfde staat te laten. In die moerasbossen komen roofvogels het gebied binnen, die de watervolgels wegjagen. Hij noemde ook hoeveel boten er jaarlijks en in het hoogseizoen tijdens de bouwvak en schoolvakanties door het gebied varen.

Fietstocht na de boottocht

Langs het fietspad van Kalenberg naar Ossenzijl kom je eerst langs veel huizen, maar dan komt een natuurgebied waar geen huizen staan en pas bij de buurt van Ossenzijl staan er weer huizen langs het water. We zijn uit noordelijke richting richting Kalenberg gefietst, langs een spinnekop gekomen, en rechtsaf gegaan naar Kalenberg zuid.

vv

Spinnekop molen de Wicher

De spinnekop, waarvan er eertijds een groot aantal in de Weerribben stonden is een watermolen. De molen de Wicher is een herbouwde molen. De Wicher kan ongeveer 480 kubieke meter water verplaatsen. De Wicher wordt gebruikt om de erachter gelegen Boonspolder met 20 centimeter te verlagen.

Kalenberg

Je hebt ook nog Kalenberg Noord. Er loopt dus pas sinds de zestiger jaren een weg naar Kalenberg, dat tot die tijd alleen over water bereikbaar was, en ik herinner me statistieken dat de abonnees op kranten in Zuidoost Friesland groter was, krantenjongens konden het gebied rond Kalenberg niet bereiken, maar daar was de radiodichtheid in kalenberg en omgeving weer groter. Mensen luisterden veel naar de radio om op de hoogte te blijven van het nieuws.Wil je meer weten over Kalenberg met nieuws, informatie en geschiedenis bezoek dan Kalenberg.nu Kalenberg.nu Er staat o.a. een filmpje over het rietsnijden op de website.

vv

Kerk te Kalenberg. Er is een ingemetselde steen met het volgende opschrift. 'De eerste steen is gelegd door H.J. Pen den 3 mei 1881. Zou iets voor de Heer te wonderlijk zijn? Genesis 18 vers 14. ' In het kerkje is nu een restaurant gevestigd, waarbij alles in de oud staat is gelaten. Café Pieter Jongschaap

De natuur in de Weerribben

In het gebied komen varens, zuring, wilgenroosje, valerian, katwilgen voor. Er zijn 400 verschillende planten en bloemen. Er worden studenten ingehuurd in het seizoen die van de camping gebruik mogen maken en die dan o.a. moeten hooien. Als je zo'n student ziet die nog nooit een vork in zijn handen heeft gehad, dat is lachen aldus Vaartjes. De overlast van de muskusrat is groot. Er is een muskusratvanger. Ze graven de dijkejes door en eten de planten op. Ze hebben iets van 150 watermolens en daarmee worden behalve door traditionele molens ook met moderne molens het riet onder water gezet in de winter, want riet is een waterplant, en kan dan groeien, en bovendien is het jonge riet dan beschermd tegen vorst, omdat de vorst op het water slaat en niet op het riet, dus de plant. Maar owee als in het voorjaar in mei het nog gaat vriezen, dan vriest het jonge riet dood en hebben veel riettelers minder inkomsten. Vroeger had je in de Weerribben ook zwarte sterns, maar die zijn allemaal opgegeten door de haviken. Naast de havik vind je ook andere roofdieren zoals de vos en de boommarter. Vossen houden eigenlijk niet zo van water maar hebben zich toch aan het gebeid aangepast, vanwege het vele voedsel dat er te vinden is. Ze zijn moeilijk bejaagbaar, want op verschillende moerasachtige plaatsen in de weerribben waar de vossen leven kunnen de jagers niet komen.

De bomen worden als het onrkuid van de weerribben beschouwd en eerder werd door de overheid subsidie verleend aan de riettelers voor het opruimen van de bomen maar die subsidie is afgeschaft vanwege de bezuinigingen. De ribben moeten nat zijn om het hooi te verbranden anders gaat het veen branden. Een klein gedeelte van de weerribben is als stiltegebied anagemerkt.

planten

Een wilde orchidee komt voor, zonnedauw, is een vleesetende plant en er zijn ook veel libellen. Ze hebben een soort ontdekt waarvan ze dachten dat ie was uitgestoreven. De Grote vuurvlinder legt eitjes op het brede blad van de waterzuring. In Nederland zelf is gebrek aan nederlands riet in de handel, het riet wat in nederland wordt gebruikt komt daarom uit andere landen vanwege de lage arbeidslonen die andere landen kennen. Er is een zeer beperkt visgebied maar er mag verder nergens op vis worden gevist.

Het is toegestaan een oud huis af te breken en een nieuw huis in dezelfde stijl op te bouwen, maar het is niet toegestaan een geheel nieuw huis te bouwen. Het bouwen van een nieuw huis op dezelfde plaats is best wel duur omdat alles per boot gaat. Op de terugweg aan het hoodwater was er aan de linkerzijde een oud schelpen pad, een kerkepad wat vroeger naar Oldemarkt liep en daar had iedereen recht op overpad. Dus enkele huizen aan de overkant zijn via dat schelpenpad bereikbaar. Het schelpenpad is ongeveer 5 km lang. Er waren aan de ene kant nog 4 vaste bewoners en bij de camping is ook een gedeelte waar je kon gaan zwemmen en vissen. Het water is zo helder en schoon, dat je op verschillende plaatsen in de ondiepoe vaarwegen de bodem kunt zien en soms zie je de vissen zwemmen.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende