Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden



Fluiten op de vingers en andere communicatie

In mijn jeugd waren er geen mobiele telefoons. Wij hadden op de boerderij een wandtelefoon in het voorhuis in een klein halletje tussen de voorkamer en de achterkamer. Ik zie de telefoon nog hangen. Toch was er ook toen al het verlangen bij mij en mijn speelkameraadjes om mobiel te communiceren. Er waren in deze tijd wel primitieve walkie talkies, waarmee je op een afstand van zeg 500 meter of een kilometer met elkaar kon communiceren. Maar zo'n ding hadden wij niet. Veel te duur in de aanschaf. Wij maakten van conservenblikjes en een lang touw een mobiele communicatie. We knoopten twee conservenblikjes aan het touw en schreeuwden dan in het blikje, en imiteerden zo de mobiele communicatie. Soms waren va en Geuvert Hoogkamp of een andere knecht zoals Postma, de vader van Henkie Postma, die bij mij op de lagere school in de klas zat, of Schokker, die ook een zoon had die zo oud was als ik, ver weg in de weilanden aan het werk bijvoorbeeld hooien of de sloten schoonmaken. We aten tussen de middag warm. Maar de knechten die bij ons werkten kregen geen warm eten. Ze konden wel bij ons aan tafel zitten als wij de warme hap verorberden, maar ze namen zelf brood mee dat ze dan in de middagpauze bij ons aan tafel opaten. Geuvert Hoogkamp ging tussen de middag naar huis in Scherpenzeel warm eten. Als moe tussen de middag het warme eten klaar had moesten de werklieden gewaarschuwd worden dat het middagpauze was.

Maar hoe moest je dat doen? Daar had va wat op gevonden: op de vingers fluiten met een bepaalde toon. Va kon dat erg goed. Toen ik een jaar of 9, 10 was leerde va mij ook op de vingers fluiten. Ik zie mezelf in de winter toen de koeien op stal stonden nog zitten op de grote pakken met veekoekjes in een hoek van de stal oefenen om het op de vingers fluiten te leren. En dat lukte. Nu kon ik de werkers in de weilanden naar huis fluiten als ze ver weg aan het werk waren. Wij leefden om de boerderij voor en achter in uitgestrekte weilanden zonder obstakels, gebouwen of begroeiing. Achter de boerderij is het tussen het Voetpad en de Scheene nu allemaal natuurgebied, maar in mijn jeugd kon je door de weilanden naar de Scheene lopen. Ook achter waar nu de Vogelkijkhut voor niet bestaande vogels is was een weiland. Gedeeltelijk was echter ook toen al het gebied tussen het Voetpad en de Scheene natuurgebied. Als je op je vingers fluitte droeg dat heel ver over de weilanden. Het op de vingers fluiten heb ik nooit verleerd. Je stopt twee vingers van je handen aan iedere kant van de mond en moet dan blazen. Dat geeft een heel hard schel geluid.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende