Mijn eerste kennismaking met radio's bouwen
woensdag, 09-06-21 09:22:30. Op mijn 13e verjaardag heb ik van moe een radiobouwdoos gekregen, de Philips Pionier I. Het was een zeer eenvoudige radio met een spoel, een weerstand, een diode en een kristaloortelefoon en een variabele condensator, waarmee je op een zender kon afstemmen. Het schema zie je hierbij. De radio had geen batterijen en werkte met de energie die op de antenne kwam. De radio bouwdoos zat zo in elkaar, dat je hem gemakkelijk kon uitbreiden met geavanceerdere versies namelijk de Pionier II en de Pionier III. De Pionier II werkte nog steeds met een kristal oortelefoon, maar had iets nieuws, namelijk de transistor, die enige tijd daarvoor was uitgevonden. De Pionier III had een versterker voor geluid en een luidspreker. Het lukte mij om de Pionier I werkende te krijgen. Hij had een spoel die ik zelf gewonden had op de bijgeleverde ferriet staaf. Die werd verbonden met een lange antenne, een draad die vastgemaakt was aan de nok van het voorhuis van de boerderij en liep naar bovenop het dak van de schuur. Echt een enorm lange draad, die ook gebruikt werd bij de radio die we beneden hadden staan. Maar het probleem met de Pionier I was, dat er wel geluid uitkwam, maar je hoorde zenders door elkaar. Later bouwde ik nog meer radio's volgens het schema hierboven, de jampot juniorontvangers. Ik nam een lege closetrol, wond daar een koperen draad omheen en stopte dat met een diode, een weerstand en een condensator in een jampot, waarbij de variabele condensator, waarmee je op zenders moest afstemmen, in het deksel van de jampot geschroefd zat. Ik heb later ook de bouwdozen voor de Pionier II en III gekregen, maar die radioś kon ik niet werkende krijgen. De Pionier bouwdozen zaten zo in elkaar, dat je geen soldeerbout nodig had. Je kon met klemmen de draadverbindingen maken.
De klemmen zaten aan de ene kant op het chassis vastgeschroefd, en aan de andere kant zat een schroefje waarinder je de draden moest leggen en dan de schroef aandraaien. Moe moest naar Leeuwarden om de bouwdoos te kopen, in Wolvega was hij niet te krijgen. De bouwdoos van de Pionier I was aanleiding meer met radio's te gaan prutsen, ook buizenradio's. De komst van de transistor betekende dat er radios met transistors op de markt kwamen, die een beter geluid hadden en vaak ook wel kleiner waren. In mijn omgeving deden (verre) familieleden de oude buizenradio's van de hand en kochten ze een nieuwe radio. Ik kreeg dan de oude radio's. Ik ging zoals gezegd ermee prutsen, repareren of ombouwen of slopen en van twee oude een nieuwe maken. Dat deed ik in het kamertje van Hennie, die in deze tijd het huis al uit was. Later toen wij op mijn 18e naar Wolvega zijn verhuisd had ik op zolder een radio werkplaats ingericht waar ik in de laatste klassen van de middelbare school doorging met prutsen. Toen ik naar Amsterdam verhuisde is het prutsen met radio's in het slob geraakt, hoewel ik altijd wel met electronica bezig ben gebleven. Ik heb van dat prutsen met radio's zeer veel geleerd en het is de reden, dat toen de computers opkwamen ik met enige moeite maar toch niet al te moeilijk meekon in het adapteren van de nieuwe technieken. Ondanks het feit, dat ik niet goed was in wiskunde en techniek, ik ben een echte A-figuur, heb ik toch geleerd ermee om te gaan. Hierbij nog wat fotoos van de Pionier I, die ik op internet gevonden heb. De geschiedenis van de Pionier I kun je vinden op deze website

samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende
|
|