Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden


Dorestad

Aan het begin van de zevende eeuw waren er ontmoetingen tussen kooplieden op een rivierstrand bij de splitsing van Rijn en Lek De kooplieden dreven onderling handel en er ontstond een markt, waarui de handelsnederzetting Dorestad groeide. Vanuit hun nederzetting Dorestad (bij het huidige Wijk bij Duurstede) dreef de bevolking handel met groepen uit het hele Noordzeegebied. Die hadden behoefte aan luxegoederen als glas, bont, wijn, laken en slaven om een levensstijl te voeren waaraan ze macht en prestige ontleenden. Dorestad was het belangrijkste handelscentrum in de Karolingische tijd. Dit handelscentrum was vaak het doelwit van aanvallen van de Noormannen, die in deze tijd de kusten teisterden. Als gevolg van deze aanvallen en verwoestingen en omdat Dorestad buiten de invloedssfeer van de machtige Oost Frankische heersers viel, die de handelsplaats zouden moeten beschermen, neemt men aan dat Dorestad omstreeks het einde van de 9e eeuw ten gronde is gegaan. Bij archeologische vondsten heeft men veel Karolingisch aardewerk gevonden. Maar er werd ook veel ijzerwerk gevonden, zoals messen, scharen, tangen, boren en houwelen. Vaak hadden die nog dezelfde vorm als in de Romeinse tijd. De handelsfunctie van Dorestad werd overgenomen door Deventer en Tiel, handelsplaatsen die wel de bescherming van machtige koningen konden rekenen. Er is een website aan Dorestad gewijd.

Daar wordt beschreven hoe de plattegrond van Dorestad eruit zag. In Dorestad werd een gebied langs een vaarwater in regelmatige percelen verdeeld, gelegen aan een havenweg die parallel aan dat water liep. Een dergelijke opzet als in Dorestad zouden we ook vinden in noordelijke handelsplaatsen zoals Ribe aan de westkust van Jutland en Skiringssal (Kaupang) aan de Oslofjord. In mindere mate gold het ook voor Hedeby (Haithabu) aan de oostzijde van de landengte van Jutland en Birka in het Zweedse Mälarmeer. Vooral in de Friese handelspost in Hedeby maar ook op die andere plaatsen werd net als in Dorestad een kanaal aangelegd met daaraan een dijk met huizen die parallel aan het water liepen. Ook de kavels vertonen wat hun vorm en grootte betreft grote overeenkomst met die welke in Dorestad zijn aangetroffen. Al deze plaatsen zijn in de achtste of vroege negende eeuw opgekomen, in een periode van Friese hegemonie op zee. De ruimtelijke opzet van deze handelsplaatsen wordt dan ook wel als Fries aangeduid. Ze kunnen heel goed als Friese handelskolonies zijn opgezet met de hulp of in ieder geval de toestemming van een plaatselijke machthebber. De regelmatige verkaveling en de grootschalige aanpak in Dorestad pleit ervoor dat de noordelijke havenwijk door een autoriteit is aangelegd en niet door individuele kooplieden. Fasering in de uitbreiding van de havendammen duidt ook op de regelende hand van een coördinerende bestuurder.

In Nederland zijn Kuinre en Stavoren belangrijke Friese handelsplaatsen. Ook bij deze handelsplaatsen vinden we de opzet die hierboven werd beschreven. Huizen op een langgerekte dijk die langs een vaarwater liep. En daarachter lagen de regelmatig verdeelde percelen, waar goederen konden worden opgeslagen of die verderop voor de landbouw werden benut. Over de geschiedenis van Stavoren en Kuinre voor de 11e eeuw is helaas echter nauwelijks iets bekend. Stavoren moet in de 10e eeuw reeds een belangrijke handelsplaats zijn geweest en we kunnen daarom veronderstellen, dat Kuinre en Stavoren als Friese handelsplaatsen reeds in de 9e of 10e eeuw zijn ontstaan, wellicht iets later dan Dorestad. Zie Kuinre als handelsplaats.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende