De tijd van Karel de Grote en het Karolingische Rijk De Friezen en Franken werden pas definitief onderworpen toen Karel de Grote (756-814) op het toneel verscheen. De Saksen en de Friesen hebben zich onder leiding van Widukind een tijdlang verzet tegen de overheersing door de Karolingen. Maar zij moesten in 785 voor de overmacht buigen en daarmee kwam het gehele gebied van het latere Nederland onder Karolingische heerschappij. Het Karolingische rijk omvatte in de 9e en 10e eeuw grote delen van West-Europa. Dus de Karolingische tijd volgde op de tijd van de Merovingen na ongeveer 750. In de 10e eeuw verzwakte de macht van de Karolingen. Lokale elitegroepen profiteerden daarvan door de macht weer in eigen hand te nemen. Ondanks de politieke onrust ging het veel mensen voor de wind. In de 9e en 10e eeuw groeide de bevolking aanzienlijk en werd er op vele plaatsen een begin gemaakt met de ontginning van woeste gronden.
|