vv


Inwoners van Spanga, Scherpenzeel en Munnekeburen vermoorden Everde van Essen en beroven zijn lijk

6 aug 1382. Ondanks de vrede sub 35. hebben de Vriesen uit Stellingwerf, vooral die uit Spangen, Scherpenzeel en Monnickbure de heer van Eerde, Everdt van Essen vermoord.

9 sept 1382. Heer van Cuenre en vele anderen verklaren de moordenaars als vredebrekers van hun lenen vervallen; zie oorkonde van 10 april 1388 waarin bisschop verbeurd verklaarde goederen in Spangen verkoopt.

10 apr 1388. Bisschop verkoopt verbeurd verklaarde goederen in Spangen. Afschrift HCO, archief huis Oldhagensdorp, inv.nr. 598 p. 5-10

1388 april 10

Rijksarchief van Overijssel. Inventaris van het archief van het huis Oldhagensdorp te Vollenhove. 1262-1862. Door A.J. Mensema. Deel II Regestenlijst en Index. Zwolle 1977. Pagina 199. 10. 1388 april 10.

Florens, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat hij met de Vriesen van Stellingwerf, Scooterwerf, Oesterzee, Doedingwerf en Bordaghae een vredesverdrag gesloten had, dat inging des naesten dage na Sinte Odulphusdage (13 juni) 1380 voor de duur van 20 jaar, maar dat op 3 augustus 1382 een aantal Vriesen uit Stellingwerf en met name uit Spangen, Scherpenzeel en Monnickbure in strijd met het verdrag zijn man Everde van Essen gevangen genomen en dusdanig verwond hebben, dat hij 3 dagen later stierf, waarop de Vriesen zijn lijk beroofd hebben, en dat Everdes verwanten in het gericht van Vollenhoe toen hebben aangeklaagd:

Gerryt Stevenssoen, Claes den Schulte, Aelteken Steffenssoen, Herman Volkierssoen, Martyn Metterderssoen, Claes Vrouweckinesoen, Bene Schuring, Lambert Zilbertssoen, Herman Boylinc, Johan Rixensoen, Johan Bosschert, Claes Stelling, Gebbe Coning, Foppe Ziberts, Eilicke Sappe, Nycart Soling, Claes Rosschart, Johan Deding, Johan Elle, Gerryt Schuring, knape, Gerloch, de broer van heer Baelemans, Claes Bertolt, Nennickens Andries Rybborghesoen, Peter Johans, Reyniken, Keteler, Johan Nalle en verder allen, uit de kerspelen Spangen, Scherpenzeel en Monnick-buren, die medeplichtig waren aan de dood van Evert van Essen, en dat al deze vredebrekers tijdens de zitting van het gericht op dinxdages na Sinte Egidiusdach (2 september), dat die negende dach was van september in het jaar 1382, vervallen worden verklaard van al hun leen- en eigen goederen,

waarbij tegenwoordig waren Johan van Cuenre, Henric van Dorrete (Dorth), ridders, Henric van Zuere, Helmich de Zuere, Gosen Alpherssoene, Gerbert van Holteseynde, Cyse van der Schure, Henric Stelling die olde, Henric Stelling de jonge, Johan Alpherssoene, geheten Rodenkak, Henric Schaepe, Willem Morriken van Catenhorst, Henric van Haersolte, Herman van der Eze, Johan Hagen, Huge van der Halle, Arent Stomp, Rolof Wevel, Gosen Ludickenssoene en Willem Morre van Campen, Henric van Schederic en Johan Ludickenssoene van Swolle en dat op grond van dit vonnis de erven en de goederen van de zonen van Johan Scuring, die wonen te Spangen en van wie bij het vonnis is vastgesteld dat zij vredebrekers en misdadigers zijn, aan het Sticht zijn vervallen

en wel met name het hoge land, dat Johan Scuring in en rondom Puthove placht te hebben en het land bij de Voerstingestege, voorts acht morgen land op de Bente, acht morgen en een half hont op de leuwetweide, Scuringemate, gelegen op het Zijldiepe, Scuringestert, Esingeoert, gelegen bij de Muggenbeke (Muggenbeet), elf gieden land op de buitendijk, strekkende van de scheisloot (lake) tot aan de zee, vier gieden land op de de buitendijk, strekkende van de Rosslote tot aan de zee, vier gieden “gaende doer dat Rott", een stuk land te Berspick (Barsbeek) op de Heve, een veen, gelegen bij “den Swolle” en het nieuwe land in de Heve, dat bij genoemde goederen is gelegen en verder alle goederen, die de zonen van Johan Scuring in het kerspel van Vollenhoe bezitten, al welke goederen oorkonder heeft verkocht en overgedragen aan Johan Haghen wegens zijn verdiensten voor het Sticht en voor een som gelds, die is aangewend voor de verbetering van de verstrekte huizen te Vollenhoe en te Hardenberghe, met uitzondering echter van het land, dat van genoemde goederen is afgenomen voor de aanleg van een weg, die langs Puthove loopt naar de schuren en boomgaard van de bisschop te Vollenhoe en van het land, dat gelegen is tussen die weg en de zee, met welke goederen tenslotte de bisschop Johan Haghen in tegenwoordigheid van de leenmannen Johan Sloet en Herman Hunloe beleent.


Autentiek afschrift (inv. Nr. 598, fol 5) door Johan Lemker, secretaris van Vollenhove, 1651.
Druk: Verslagen en Mededelingen der Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis, Deventer 1860-1872, 1911-1967, Zwolle 1873-1910, Kampen 1968 e.v. jaren: XLVIII (1931), blz 76 (A. Haga).

samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende