Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden



De Kondratieff cyclus

We bevinden ons in de huidige tijd aan het einde van een lange golfbeweging in de economie. Je zou kunnen zeggen dat het industrieel-technische complex dat zich na het begin van de indsutriële revolutie in de 19e eeuw vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw in West-Europa, Japan en de Verenigde Staten heeft ontwikkeld en dat gebaseerd was op de automobielindustrie, de petrochemische industrie en de vliegtuigbouw in een crisis verkeert en ophoudt de drager te zijn van andere sectoren. Dit betekent dat zij niet de drager kunnen zijn van een nieuwe fase in de kapitalistische expansie maar dat eerder andere sectoren naar voren zullen komen, die zoeken naar een kapitalistisch antwoord op de klimaatcrisis. In dit verband zijn de discussies over de mogelijkheden van groen kapitalisme belangrijk.

Zoals gezegd bevinden we ons aan het einde van een lange golfbeweging. Er vallen in de economische ontwikkeling opgaande en neergaande golven te onderscheiden die zich over een langere periode uitstrekken. Die markeren als het ware verschillende historische perioden in het de geschiedenis van het kapitalisme. De Rus Kondratieff deed in de jaren twintig van de twintigste eeuw onderzoek naar de lange golven in de economie, waarbij hij onder andere de goederenprijzen en het investeringsgedrag van ondernemers onderzocht. Hij kwam tot het inzicht dat zich vanaf ongeveer 1780 constant golfbewegingen voordeden, met een volledige cyclus van ongeveer 50 tot 60 jaar. Men spreekt bij deze golfbewegingen ook wel van de Kondratieff-cyclus.

Een golf verdeelde Kondratieff in vier perioden, die hij aanduidde met seizoensnamen. De lente is de opbouwfase, de zomer de consolidatiefase, de herfst is de plateau of stabilisatiefase en de winter is de liquidatie of afbraakfase. Wat de prijsontwikkeling betreft zien we achtereenvolgens inflatie in de lente, stagflatie in de zomer, desinflatie in de herfst en deflatie in de winter.
Belangrijke winterperiodes waren de Grote Depressie vanaf ongeveer 1870 en de crisis van de dertiger jaren van de twintigste eeuw.

Na 1945 waren het de drastisch veranderde krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal, als gevolg van fascisme en wereldoorlog, alsmede de toepassing van nieuwe in de oorlogsindustrie ontwikkelde technieken die leidde tot een dusdanig herstel van de winstvoet dat er een nieuwe periode van opgang mogelijk was. Deze opgaande periode eindigde ongeveer halverwege de zeventiger jaren van de twintigste eeuw. We lijken thans in een nieuwe ‘winterperiode’ te zijn aangekomen.

De vraag is, of een ‘winterperiode’ in de lange golfbeweging, waarin we nu lijken te zitten, vanzelf weer leidt tot een nieuwe opgaande fase. Uit studies van de lange golfbeweging blijkt dat een lange periode van opgang op den duur als het ware vanzelf leidt tot een periode van stagnatie, maar dat het omgekeerde niet het geval is. Het lijkt erop, dat in tegenstelling tot de korte conjuncturele golf een lange golf in zijn neergaande fase niet vanzelf de voorwaarden creeert voor een nieuwe periode van opgang. Enige tijd werd gedacht, en gehoopt, dat de internet economie gecombineerd met de nieuwe markten van de landen van het voormalige Oostblok zouden leiden tot een nieuwe opgaande lange golf. Inmiddels is het duidelijk dat dat niet het geval is. De economische crisis van dit moment toont aan, dat we nog steeds ‘naar beneden’ gaan. De gemiddelde winstvoet staat sterk onder druk en er wordt koortsachtig gezocht naar mogelijkheden om die ontwikkeling tegen te gaan.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende