Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden



vv

Het Brandemeer

Tekst van informatieborden van StaatsBosBeheer in het Brandemeer op 3 september 2015.

In de huidige situatie is in het Brandemeer sprake van verdroging. Ten gevolge van wegzijging van grondater naar de lager gelegen landbouwgronden. Om herstel en verdere ontwikkeling van laagveenmoeras mogelijk te maken is inlaat van water nodig. In het kader van de GEBeVe regeling (Gebiedsgerichte Bestrijding Verdroging) heeft Staatsbosbeheer in samenwerking met de provincie Fryslân en het waterschap Sevenwolden een voorstel ingediend om in de Brandemeer de bestrijding van de verdroging ter hand te nemen. Er zijn al maatregelen getroffen die zullen leiden tot een zoveel mogelijk zelfstandig functionerend waterhuishoudkundig systeem. Met de gemeenten Skarsterlân, Lemsterland en Weststellingwerf is voor wat betreft de recreatieve voorzieningen samengewerkt.

Historie

Het natuurgebied het Brandemeer bestaat uit twee van elkaar gescheiden delen, het Brandemeer (het oostelijk deel) en het moerasgebied bij de Helomavaart. Samen bedraagt de oppervlakte zo'n 450 hectare bestaande uit petgaten, rietlanden en graslandpercelen. Het gebied maakt deel uit van ene grootschalig laagveengebied dat zich langs de flanken van het Drents Plateau uittrekt van Midden Friesland tot Noor-West Overijssel. Vroeger kwamen hier op grote schaal laagveenmoerassen voor, die werden aangemaakt en omgezet in cultuurgrond.

vv

Fragment van een kaart van Eekof uit Nieuwe Atlas 1849-1859. Het Brandemeer ligt op de grens van Oldelamer en Nijelamer aan de oevers van de Tjonger of Kuinder. De stippellijn geeft de grens aan. Ten westen van het Brandemeer lopen evenwijdig diverse sloten, de Oldelemster sloot, de Wijde sloot en de Kooisloot.

In de 17e tot en met begin 20-e eeuw lag er een klein meertje in Oldelamer, het oorspronkelijke Brandemeer op de grens van Oldelamer en Nijelamer. Het oorspronkelijke Brandemeer werd in 1968 aangekocht. Daarvoor, in het begin van de vijftiger jaren van de vorige eeuw, was het meertje aan de oostzijde van het huidige natuurgebied dichtgeschoven met zand en baggerspecie. Met de uitvoering van de ruilverkaveling Oldelamer in de tweede helft van de 70-er jaren is de situatie in de streek erg veranderd. In het kader van de ruilverkaveling werd 365 hectare aan Staatsbosbeheer overgedragen, waarmee het grootste deel van het huidige reservaat gevormd werd.

Tegenwoordig kunnen in het moerasgebied bij de Helomavaart nog alle verlandingsstadia van open water tot moerasbos worden aangetroffen. Doordat hier op vrij grote schaal open water en rietlanden voorkomen, heeft dit gedeelte van het gebied een vrij open karakter. De veel oudere petgaten tussen de Helomavaart en de Oude Maden maken hierop ene uitzondering omdat ze deels verland zijn tot moerasbos. De 's winters gemaaide rietlanden vormen een belangrijk onderdeel van de karkaterbepalende rietcultuur in de streek.

Het noordelijk complex van het gebied is veel opener en bestaat behoudens het oorspronkelijke Brandemeer en enkele smalle petgaten uit vrij extensief gebruikte graslanden. Ook enkele rietlanden en een kleine, voormalige zandwinput horen daarbij. Rond de voormalige zandwinput die veelvuldig door sportvissers wordt gebruikt, is beplanting aangelegd. Staatsbosbeheer laat tegenwoordig vervenen met het doel open ondiep water te krijgen waar zeldzame verlandingsvegetatie zich moet kunnen vestigen.

vv

Voormalig afwateringskanaal aan de rand van het Brandemeer richting Oldelamer.

vv

Windmotor voor de afwatering

vv

Voormalig veensluisje in het Brandemeer. Het veensluisje is een zeldzaam overblijfsel van de verveningen die in de 19e eeuw en begin 20e eeuw plaatsvonden. Daarom besloot de heer G. van der Meulen van Staatsbosbeheer begin 80-er jaren om het vervallen sluisje weer in het leven te roepen. Om de turf per schip buiten de polder te kunnen vervoeren, werden op meerdere plaatsen eenvoudige houten sluisjes in de polder gebouwd. Iedere veenbaas had zo zijn eigen sluis in de laagveengebieden zowel langs de Linde als de Tjonger of Kuinder zijn in Weststellingwerf ooit ettelijke tientallen van deze sluisjes gebouwd. Het waen sluisjes die veelal slechts bestonden uit twee sluishoofden met daartussen een zogeheten groene kolk. De sluiswanden in dergelijke sluisjes waren dus niet bekleed. Kortweg, de sluisjes waren eigenlijk niet meer dan een met twee deurenpartijen afgesloten stukje vaart. Het sluisje is in 1997 gerenoveerd en uitgevoerd als werk-leer project door leerlingen van de MTS "De Friese Poort" te Drachten.

vv

Fietspontje met zelfbediening voor over de Tjonger.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende