Het natuurgebied de Rottige Meente in de voormalige Groote Veenpolder van Weststellingwerf Het natuurgebied de Rottige Meente is gelegen op de grens van Friesland en Overijssel. Het is rietland onder Nijetrijne, dat nu eigendom is van Staatsbosbeheer. Onder Rottige Meente wordt in onze tijd een groot gebied van 800 hectare aan weerszijden van de Stuyvesantweg verstaan. Oorspronkelijk sloeg de naam op een veel kleiner gebied van 30 of 40 hectare, aan de zuidzijde van de Stuyvesantweg. Tot 1900 behoorde het aan een boerderij aan de Lindedijk. Het was blauwgras, dus zeer slecht land met weinig opbrengst. Het land kon slechts eenmaal per jaar gemaaid worden. Omstreeks 1900 is het grondig uitgeveend. In het natuurgebied liggen geheel of gedeeltelijk de dorpen Nijetrijne, Spanga, Scherpenzeel en Munnekeburen. Deze dorpjes zijn in de middeleeuwen ontstaan. Het natuurgebied wordt begrensd door het voetpad, de Helomavaart en de riviertjes Tjonger en Linde. Het landschap sluit aan op de natuurgebieden van de Weerribben en de veenplassen bij Giethoorn. Dit cultuurlandschap is door twee factoren ontstaan: in de eerste plaats door de ontginningen in de middeleeuwen en in de tweede plaats door de verveningen en de daaropvolgende herontginingsfase. Een gedeelte van het landschap met petgaten en ribben is ontgonnen, met name ten zuiden van het voetpad en langs de linde- en statendijk. Nog in de vijftiger jaren werden grote stukken ontgonnen in het kader van de DUW met name ten westen van de Pieter Stuyvesant weg ter hoogte van de Gracht. Bovendien werd in de vijftiger jaren het gebied verder toegankelijk gemaakt door de aanleg van de Pieter Stuyvesant weg, die dwars door de Rottige Meente loopt en die de verbinding vormt tussen de Noord-Oostpolder en Wolvega. Een gedeelte met name ten noorden van het voetpad, is echter onontgonnen gebleven. Hier ontwikkelde zich een flora en fauna, die uniek te noemen is. De zeldzame vuurvlinder komt hier onder andere voor. Zoals hiervoor al opgemerkt heeft men enige tijd geleden besloten het natuurgebied, dat eerst op het grondgebied van Nijetrijne lag en veel kleiner was, uit te breiden. Dit gebeurde in kombinatie met een ruilverkaveling, waarbij boeren met land dat in het natuurgebied gelegen is worden uitgekocht en elders land kregen. De aangekochte gronden werden weer aan de natuur teruggegeven. Stukken land werden uitgegraven, zodat er weer een landschap van petgaten en ribben is ontstaan. Het natuurgebied de Rottige Meente ligt vlak bij natuurgebieden in de Kop van Overijssel, met name vlak bij het nationaal park de Weerribben. Ook dit landschap is ontstaan door de verveningen en lijkt sterk op het landschap in de Rottige Meente. In het kader van de uitbreiding van de Rottige Meente werd in Spanga een soort corridor gegraven tussen de beide natuurgebieden. Zo ontstond een nagenoeg aaneengesloten landschap van meertjes, petgaten en stukjes land ertussen begroeid met riet, dat loopt van Giethoorn in Overijssel tot aan de Tjonger in Friesland. Door het gebied heen lopen kanalen en rivieren die goed bevaarbaar zijn, zodat het niet alleen een uniek natuurgebied is maar ook vele mogelijkheden biedt voor het toerisme. De herkomst van de naam Rottige Meente Hoe het eerste deel van de naam Rottige Meente moet worden uitgelegd, is niet helemaal duidelijk. Meente duidt op gemeenschappelijke weidegronden of op woeste, nog niet ontgonnen gronden. Het woord rot kan verschillende betekenissen hebben. Het zou slecht land, land met weinig opbrengst kunnen betekenen. Veenachtig, moerassig, laaggelegen land werd in verschillende streken rotterik, rottering, rot, rotte wei, rotte kwachten genoemd.[1] De Groot wijst erop dat rot ook kan behoren tot een groep van woorden met varianten als rade, raij, rat, roet, rode, rooij, rot, ruit. Deze woorden drukken het rooien van houtgewas of een ontginning uit.[2] Het woord rottige in Rottige Meente zou oorspronkelijk rottinge kunnen zijn geweest, waarbij het woord behoort tot een groep van woorden die eindigen op -inge, wat 'behoren bij' betekent. De Stellingwervers kunnen er rottige van gemaakt hebben; de verandering van -inge in -ege of -ige komt in het Stellingwerfs wel meer voor.[3] Rottige Meente zou dan betekenen: veenachtig, moerassig laaggelegen land of ontgonnen land behorende bij de meente. Maar er zijn ook andere verklaringen mogelijk. Zo was er in de 18de eeuw in Oldemarkt sprake van de 'rotmeesters'. Zij kregen van tijd tot tijd bij loting een stuk weg of dijk toegewezen, dat onder hun leiding moest worden onderhouden. In het archief van het bestuur van het kerspel Oldemarkt bevinden zich uit de periode 1733 tot 1787 lijsten van personen die met paarden en wagens verdeeld in rotten, aan de kluften in de Marksteege moesten werken. Rot heeft hier dus de betekenis van rij of groep van boeren die voor het periodieke onderhoud van de dijken moest zorgen. Men kan wat deze betekenis betreft ook denken aan de militaire term 'rot'.[4] De term ging vervolgens ook fungeren als aanduiding van bepaalde dijkvakken of stukken land. Noten 1. Crompvoets blz 204
|