Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden




De Scheene

Om het moerasgebied tussen de riviertjes Linde en Tjonger in twee grote kolonisatiegebieden te verdelen, werd de Scheene aangelegd, een gegraven scheiding, die van Nijeholtpade naar Spanga loopt. J. van Zanden heeft een beschouwing gewijd aan het ontstaan van de Scheene. (1) Hij relateert het ontstaan aan de kolonisatiegeschiedenis van de Stellingwerven. Het gaat volgens hem bij de Scheene om een grenssloot van ruim 15 kilometer lang, die op de grens van tien dorpen loopt en die de kolonisatiegebieden tussen Linde en Tjonger in twee grote stroken verdeelt. De Scheene zou echt een gegraven scheiding zijn, dus een soort kanaal en niet de overblijfselen van een rivier. Wanneer we de loop van de Scheen vergelijken met de hoogtelijnen op de topografische kaart blijkt, dat de Scheene niet overal de natuurlijke hellingen van het landschap volgt, maar meer rechtlijnig door het landschap is getrokken.

vv

Hierboven gezicht op de Scheene in de richting van Spanga uit de zestiger jaren van de 20ste eeuw gezien vanaf de brug in de Pieter Stuyvesantweg. De foto hieronder is genomen vanaf dezelfde plaats in september 2015. Een vergelijking laat duidelijk zien dat het open landschap in het moerasgebied door verlandingsprocessen langzaam verdwijnt. Er ontstaat steeds meer bomengroei op het steeds verder dichtgroeiende moeras.

vv

kolonisatie

Zoals uit diverse analyses blijkt, hebben de eerste kolonisten zich omstreeks 1100 in de Stellingwerven gevestigd, of althans toen kreeg de kolonisatie nieuwe impulsen op grotere schaal. Bij de in eerste instantie nog dunne bevolking was er voor iedereen grond genoeg en er werden kavels aangelegd die haaks stonden op de binnenweg, de oorspronkelijke occupatieas. De kavels werden van elkaar afgegrensd door scheidingssloten of door boswallen. Na verloop van tijd werd de bewoning steeds dichter en ontstond de behoefte, ook in het ‘achterland’ en scheiding te maken met de dorpen die daar ontstonden. Van Zanden spreekt over een tweede kolonisatiegolf, waarbij de dorpen met het voorvoegsel 'nije' ontstonden, en waarbij de in cultuur gebrachte gronden langs de occupatie-as als het ware steeds verder opschoven in de richting van nog niet in cultuur gebrachte gronden. Het is echter m.i. onduidelijk of deze ontwikkeling geleidelijk is gegaan of inderdaad plotseling, via een ‘tweede golf’. In de tijd, dat de dorpen met het voorvoegsel nije ontstonden zoals Bijetrijne, Nijeholtpade, etc. werd de te ontginnen grond steeds schaarser en ontstond de behoefte de grenzen van de dorpen nauwkeuriger te bepalen. Dit moet tussen 1200 en 1300 gebeurd zijn. Waarschijnlijk is de Scheene in die tijd gegraven.

kolonisatiegolf in heel West-Europa

De ontwikkelingen in de Stellingwerven passen in een meer algemene ontwikkeling, waarbij na ongeveer 950 in West-Europa grote ontginningen op gang kwamen. Dit duurde tot ongeveer 1300. Dan ontstaat er een agarische overbevolking en na de pest epedemien van 1351-1354 werd dit minder. Het schaars worden van de gronden is ook de reden voor het ontstaan van de marke-organisaties in Drenthe en Overijssel. Deze organisatie van dorpebewoners had oa tot taak, regels op te stellen voor het gebruik van de gemeenschappelijke gronden, afspraken te maken met hogere heren die rechten op die gronden hadden en men maakte afspraken met naburige dorpen over de dorpsgrenzen. Een dergelijke marke-organisatie heeft echter voorzover bekend in de Stellingwerven nooit bestaan.

Ydillische plaatsen

Het gedeelte van de Scheene dat door de Grote Veenpolder van Weststellingwerf stroomt kan op sommige plaatsen ronduit ydillisch genoemd worden. Met name het gedeelte in Munnekeburen is van een verstilde schoonheid, nog niet ontdekt door toeristen. Men kan vanaf de Pieter Stuyvesantweg bij de schuur van Natuurmonumenten via een wandelpad aan de Scheene komen. Dit gedeelte valt onder het natuurgebied de Rottige Meenthe. Maar ook vanaf de Grintweg in Munnekeburen loopt langs de Helomavaart een voet- en fietspad naar de Scheene. Men komt dan uit bij de Scheenesluis en bij de watermolens, die eertijds de Grote Veenpolder droogmaalden. Zie ook de kaart van de wandelroutes bij het item 'Rottige Meenthe'.

(1) Van Zanden 1992 blz 9-10.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende