Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden




De naam Kuinder of Tjonger

vv

Terwijl de Linde de geografische grens vormt tussen Friesland en Overijssel en de zuidelijke grens van de gemeenten Oost en Weststellingwerf, vormt De Kuinder, of zoals de Friezen zeggen de Tjonger, de noordgrens van deze gemeenten. De Tjonger is ook de taalgrens tussen Friesland en de Stellingwerven, die in 1500 wel bij de provincie Friesland werden ingedeeld maar waar de bevolking een Saksisch dialect spreekt. De Kuinder ontspringt bij de Drentse grens, niet ver van Veenhuizen en nam vroeger enkele zijbeken en dwarssloten op. Hierboven ziet u een foto van een brug over de Tjonger naar een boerderij in de zogenaamde Schoteruitterdijken, die in de negentiger jaren van de 20e eeuw is genomen. Inmiddels ligt er een nieuwe brug.

De naam komt in oude oorkonden verschillende keren voor. Tussen 1039 en 1047 werden munten geslagen van Bruno II, graaf van Brunswijk, Staveren, Westergoo en Islego, waarop vermeld staat 'Ciunder'. (1) Ik besteedde reeds aandacht aan de oorkonde van 1165 waarin over ‘Kunren' wordt gesproken. (2) In 1200 komt in een oorkonde de aanduiding ‘in monte Qcunre' of 'Cunre' voor. (3) En in 1228 wordt gesproken over een 'tercio loco, qui est super Cunram fluvium apud Brokope' (4) (plaatselijk gebied, aan de bovenloop van de rivier de Cunre in de buurt van Brokope)

De etymologen zijn het niet eens over de betekenis van de naam en de afleiding ervan. Het zou bij de plaats Kuinre aan de benedenloop van de rivier gaan om de resten van een graafschap, dat ontstond bij de regeling van het landsbestuur onder Frankische koningen (5) Van zo'n graafschap is echter nauwelijks iets bekend. Wel noemt de Vos van Steenwijk, dat het bij de rechten van de heren van Kuinre zou gaan om de resten van het graafschap Islego, dat door overstromingen in het Zuiderzeegebied grotendeels is verdwenen. (6)

Molhuijsen zegt in navolging van de oude geschiedschrijver Brumanus dat de Kuinder genoemd is naar een figuur uit een middeleeuwse legende, de heilige Cunera. De verhalen over de heilige Cunera maken deel uit van een grote groep legenden, waarin een jonkvrouw Ursula de hoofdrol speelt. Zij was een Britse koningsdochter die de gelofte van maagdelijkheid had afgelegd en die om aan het huwelijk met een heidense prins te ontkomen in gezelschap van 11.000 maagden haar land per schip ontvluchtte. Het getal van 11.000 is vermoedelijk door een leesfout ontstaan. Een storm bracht de vloot van Ursula voor de Nederlandse kust. De schepen voeren de Rijn op tot bij Keulen, dat juist door de Hunnen belegerd werd. De Hunnen vermoordden de 11.000 maagden, maar na militaire schermutselingen namen zij de vlucht. De lichamen van de maagden werden daarop plechtig binnen de stad begraven. De verering van Ursula en haar gezellen breidde zich uit over geheel West-Europa en nam in de late middeleeuwen een grote vlucht. De feestdag waarop de heilige Ursula werd vereerd was 21 oktober. Ook in het gebied van de middeleeuwse Stellingwerven en omgeving werd de legende levend gehouden; men kan daarbij denken aan de Steenwijker jaarmarkt, die ook de 11.000 heet. De legende van de heilige Ursula fungeerde als een soort raamverhaal voor allerlei andere legenden. Zo zou de heilige Cunera aan de marteldood bij Keulen zijn ontsnapt, waarna zij allerlei nieuwe avonturen beleefde. Zij zou door 'een koning van de Rijn' naar Rhenen zijn gebracht en door diens vrouw uit jaloezie zijn gewurgd. Zij werd in de middeleeuwen als martelares vereerd.

vv

Zoals reeds opgemerkt zegt Molhuijsen dan vervolgens op grond van de oude geschiedschrijver Brumanus dat de naam Kuinre kan worden afgeleid van deze Cunera. In de Oude Kerk te Amsterdam was een altaar aan Kunera gewijd, en in Kampen bestond de Cunera broederschap die de liefdadigheid beoefende en die met de Reformatie werd opgeheven.

Een afleiding van de riviernaam de Kuinder van St Cunera die Molhuijsen noemt vindt men tegenwoordig niet meer waarschijnlijk. De rivier heeft twee namen: Kuinder en Tjonger. Volgens Heeroma is de Tj vorm het oudste. De naam Tjonger heeft dan te maken met het Oudfriese 'tiona' en het oud-Saksisch tiunan, teona. Woorden die allen verwijzen naar 'schade doen', schade toebrengen (7) De Tjonger werd als een 'kwaadaardige' rivier beschouwd, het was een 'razend water'. Als de vorm Kuinder de oudste is, zou deze onder Keltische invloed kunnen zijn ontstaan en is het woord 'Kuinder' vergelijkbaar met het Welsh 'Gwenddwr' (uit te spreken als: Keundeur), dat de betekenis heeft van 'schoon water'. (8) Schönfeld meent bijvoorbeeld dat de k van Kuunder oorspronkelijk is. Tjonger komt van tjonre dat weer afgeleid is van kionre. Ook Gysseling meent dat de k oorspronkelijk is en hij beweert dat Kuinder of Tjonger van Keunirà zou zijn af te leiden. Keunira hangt samen met (a)keun-'schitterend'. (9)

vv

Hier ziet u de Tjonger gezien vanaf de sluis van Schoterzijl. De foto is genomen in september 2015.

1. Zie ook van der Tuin.

2. O.B.S.U deel I 4443. O.B.S.U deel II 554 ex cop: Cunre4. N.G.N. deel I blz 775. Molhuijsen, blz 76. De Vos van Steenwijk 1976. In dit boek wordt de geschiedenis van het geslacht van de heren van Kuinre uitgebreid beschreven.7. Heeroma 1958 blz 458. Van der Tuin, blz 489. Zie daarvoor: Bloemhoff-de Bruin 1982 blz 35

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende