Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden



Migratie en haar gevolgen

In het gebied ten noorden daar weer van waren er kleine boerennederzettingen, oa op het Drents Plateau. Deze gebieden waren na 50 na Chr. niet door de Romeinen bezet, maar archeologische vondsten wijzen uit, dat de tot dan toe aldaar voorkomende traditionele samenleving ernstig werd aangetast door de invloed van de Romeinen. (1) Er zijn bij de archeologische vondsten aanwijzingen, dat verschillende bevolkingsgroepen in onderlinge spanningen leefden, oa als gevolg van migratie. De vondsten wijzen erop, dat in de eerste eeuw na Chr. veranderingen optraden in de samenstelling van de bevolking. Daarbij lijkt er sprake te zijn van migratie vanuit het oosten. In het zuiden van Drenthe komen nieuwe aardewerkvormen en huisplattegronden op die verwant lijken te zijn aan dergelijke vondsten in Oost-Nederland en het aangrenzende Duitse gebied. De verschillen met vondsten in het noorden van Drenthe wijzen erop, dat zich daar andere groepen hebben opgehouden, die met hun zuiderburen op gespannen voet leefden. Bij de dorpen Zeijen en Vries en misschien Rhee zijn terreinen opgegraven uit de eerste eeuw na Chr. die omringd waren door palissaden en wallen. Er woonden wel mensen op dat terrein, maar het waren geen gewone boerderijen. Het waren schuren en opslagplaatsen die binnen de omheining dienden als verdedigbare en versterkte opslagplaatsen voor voorraden graan. Ze zijn uniek voor ons land en lijken op Keltische Hillforts, en anderzijds op Romeinse legerkampen. Er zijn echter geen aanwijzingen voor de anawezigheid van Romeinse invloeden. Gezien het aardwerk dat hier werd gevonden kwamen de bouwers/bewoners van deze versterkte plaatsen uit het noorden, uit het waddengebied. Volgens Jager en Van Ginkel hadden ze wellicht banden met de Chauken, die uit het gebied tussen Eems en Wezer afkomstig waren en die zich in de eerste eeuw na Chr.zouden hebben gevestigd in het Groningse kustgebied.

Vanaf de 3e eeuw voeren de Germanen uit het noordelijk gebied aanvallen uit op de Romeinse nederzettingen ten zuiden van de Rijn. Archeologische vondsten van nederzettingen en grafvelden tonen aan, dat sinds die tijd ook mensen uit het noorden zich in het zuiden vestigden. In 405 trokken de Romeinen weg uit het gebied dat later Nederland zou worden. Deze periode wordt beschreven bij het item 'het verval van het Romeinse rijk'.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende