Kerk te Paasloo 13 september 1526 is er de institutie van Hermannus Johannis tot de vicarie of eeuwige capellanie, gesticht ter eere van de Maagd Maria en St. Quirinus in de kapel van Paesloe onder de parochiekerk van Antiquo Foro, vacant door resignatie of dimissie van Henricus Hermanni Bauwers, krachtens presentatie van Fredericus, zoon van Johannes Hebelens, Tymannus Johannis en Wybrandus Astenbrenge, inwoners en parochianen van Paesloe, desnoods na indaging voor Rodolphus Arnoldi, vicecureit der parochiekerk van Antiquum Forum. En 18 september 1567 is er de proclamatie van Everhardus Joachimi tot de vicarie, gesticht ter eere van God en de Maagd Maria in de parochiekerk van Paselloe, vacant door dimissie of resignatie van Lambertus Gerardi, krachtens presentatie van Gerardus Ludolphi 'pretor' van Paseloe, Gerardus Thimanni en Johannes Deesten. (1) (Zie voor de betekenis van de verschillende termen de uitleg over de middeleeuwse organisatie van het kerkbestuur) De omgeving van Paasloo was al in de Steentijd bewoond. Er zijn vuursteenvindplaatsen gevonden aan de Spinnerslaan en ook aan de Horstweg, sporen van de Trechterbekercultuur, derde millenium voor Chr. (2) Ook in de ijzertijd was de omgeving van Paasloo bewoond. Raatcomplexen (Celtic fields) uit die periode zijn bij Paasloo aanwijsbaar in het Braambos en bij de Wheer/Reune. Vaak lagen de akkers bij een boerderij met spieker (spicarium=graanopslagplaats) en beplante wallen. Van der Aa zegt dat er in zijn tijd, dus omstreeks 1840, 270 lidmaten
van de hervormde kerk waren. (3) Paasloo vormde met Oldemarkt een kerkelijke
gemeente en Van der Aa zegt verder dat de kerk een oud gebouw is met een
toren, waarschijnlijk hetzelfde gebouw dat u hiernaast ziet. In de 19e
eeuw werd in deze kerk op de eerste zondag van elke maand door de predikant
van Olde- markt een preekbeurt gehouden. Van der Aa vermeldt verder dat
in zijn tijd Paasloo 83 huizen telde, die zeer verspreid lagen en dat
er 380 inwoners waren, die meest in veehouderij en landbouw hun bestaan
vonden. In het dorpsgebied van Paasloo lag eertijds een bekende havezathe,
het Huis te Paasloo. Maar al in de eerste helft van de 19e eeuw verkeerde
deze havezathe in vervallen toestand. De gronden die ertoe behoorden besloegen
een oppervlakte van 183 bunders. In de 19e eeuw was de havezathe eigendom
van van de erven Aarsen, woonachtig te Giethoorn. (1) B.M. de Jonge van Ellemeet. Institutien, Proclamatiën en Collatiën van den Aartsdiaken van St. Marie in het Decanaat Drente. In: Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht. Twee en veertigste deel. Utrecht. Wed. J.R. van Rossum, 1916 blz 327 (3) Van der Aa deel 9 blz 4
|