Zandhuizen![]()
De gearceerde percelen kunnen 'onland' of heide zijn waarvoor geen floreenplicht gold of het is niet te bepalen tot welke soolstede het land behoorde. Zandhuizen is een nederzetting ten noord-oosten van Noordwolde, en bestaat uit twee gedeelten. Het oostelijk deel oorspronkelijk de hoeven 1 tm 4 omvattend, was een wegdorptype met doorgaande hoeven, terwijl het westelijk gedeelte meer geconcentreerd is bij de es. (Hoeven 5 tm 10) Het westelijk deel van Zandhuizen kan een snoer-esdorp genoemd worden, waarbij de es gedeeltelijk is omkranst. De boerehuizen lagen op korte afstand van de es, die aan de zuid en westzijde werd omzoomd door de Wetering, een uitgediept natuurlijk stroompje dat oospronkelijk door een met veen gevulde laagte noordwaarts aansloot bij het Lindedal. (2). Een Mandebrink was in Zandhuizen door beperkte concentratie van de behuizingen niet aanwezig. Zoals gezegd hadden de oostelijke hoeven (1 tm 4) een doorgaande percelering (parallele strokenverkaveling). De hoeven strekten zich uit van De Wetering tot de Maadsloot. De eigenlijke es van Zandhuizen is een 'Streifen -es van het eenstrokige type. De hoeven 5,6,7, en 9/10 hebben een of meer akkers op deze es. Daarnaast ligt een complex akkers in drie stroken; dus het is meerstrokig. Van een Gewann-es is dus nog geen sprake. Het grasland van Zandhuizen bestond uit de complexen de 'Meentemaad' en de percelen in de doorgaande hoeven 1, 2 en 3 en een hooi- en weiland gebied ten westen van Koedijk. De Meentemaad was strookvormig geperceleerd. (Maden en slagenverkaveling) (1) Mol 1989a blz 64(2) Bouwer 1989 blz 74
|