Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden


 

Het Mesolithicum

vv

Midden-Steentijd of Mesolithicum (8000 – 5500 v. Chr.)

Tienduizend jaar geleden kwam er een einde aan de afwisseling van ijstijden en warmere perioden. Dus na het Weichselien, waarbij de periode van het Holoceen begon. Zie daarvoor ook de geologische perioden. Vanaf het moment dat het Holoceen begon spreken archeologen van het Mesolithicum of Midden-Steentijd (Meso betekent ‘midden’ en lithos ‘steen’).

Na het begin van het Mesolithicum werd het klimaat milder. Dit had grote gevolgen voor het natuurlijke milieu. De toendra veranderde in een berken- en dennenbos en door het afsmelten van de dikke ijskappen vulden de lager gelegen delen van het land zich langzaam met water.
De kustgebieden in het westen en noorden van Nederland veranderden in een delta die te vergelijken is met de huidige Biesbosch. De waterrijke gebieden vormden door de grote verscheidenheid aan flora en fauna een ideale leefomgeving voor de mens. Er werd volop gevist en gejaagd op klein wild en vogels. Er werden ook vruchten, hazelnoten, knollen en schelpdieren verzameld.
Het brede scala aan bestaansmogelijkheden zien we ook terug in de archeologische vondsten uit deze periode. Vuursteen bleef dan wel de belangrijkste grondstof voor werktuigen maar men raakte steeds meer bedreven in de fijne bewerking ervan. We kennen dan ook allerlei specialistische vormen zoals pijlspitsen, stekers en schrabbers.
Dankzij de natte omstandigheden zijn er ook veel voorwerpen van hout bewaard gebleven, zoals de fuik van Bergschenhoek en de kano van Pesse.

Het is niet geheel duidelijk hoe de Mesolitische mens woonde. Door het stijgende water was het bewoonbare gebied aanzienlijk geslonken. De territoria waren dan ook kleiner dan in het Paleolithicum. Daarbinnen zochten de bewoners de hoger gelegen punten in het landschap op, zoals zandkoppen en rivierduinen (donken). In het ritme van de seizoenen trok men rond in kleine groepen die waarschijnlijk in hutten en tenten bivakkeerden.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende