Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden



Wanneperveen

In 1984 werd door de IJsselakademie Kampen een boek over Wanneperveen gepubliceerd, ter gelegenheid van het 700 jarig bestaan van het dorp. (1) Dit boek is niet meer verkrijgbaar maar grote delen ervan zijn gepubliceerd op een oude versie van het Wanneperveen-net. (2)

Tussen de Veneweg en het Meppelerdiep stroomde in de middeleeuwen door het veengebied een riviertje, genaamd de Wanepe of Wennepe. Wanepe is een oude naam, samengesteld uit de woorden apa of epe (= water) en wan (= weinig). Dit wijst erop dat het een klein riviertje geweest moet zijn (Bruinenberg 1959). Ook wordt er gezegd dat Wanepe betekent: "slecht water" of "slechte beek". In 1284 werd de naam "Waneppervene" voor het eerst in een oorkonde genoemd. Echter in 1210 en 1217 werd in documenten al gesproken over "een huis in Wanepe".
Wanneperveen was aanvankelijk ingedeeld in slagen of wijken, dwz een aantal hoeven en de daar wonende rechthebbenden met hun hoevestroken bij elkaar. In de archieven van het klooster Dickninge is al sprake van deze "slagen". De slagen vormden de basis van het plaatselijk bestuur; uit en door elke slag werd een viertal personen gekozen die gezamenlijk het college van zestienen vormden, dat het huishoudelijk bestuur en de ontvangst der belastingen verzorgde in het betrokken kerkdorp. We zien bij Wanneperveen hetzelfde effect optreden als bij IJsselham: door de met de ontginning gepaard gaande ontwatering trad er bodemdaling op, waardoor het land te nat werd voor het gebruik als akkerland. Men ging dan over tot het ontginnen van nieuwe gronden verder bij de hoeve vandaan. Wanneperveen is als nederzetting steeds opgeschoven van het zuidelijke deel van de huidige Belterwijde (rond 1340) naar de Veneweg (rond 1400) bij de huidige Beulakerwijde. Het westelijke deel van Wanneperveen is later (16e eeuw) verdwenen, omdat het gebied te nat werd.

vv

Wanneperveen

De kern van het dorp schoof daardoor naar het oosten op, waar in 1502 de huidige kerk werd gebouwd die u hierboven ziet. De foto is genomen op 25-07-2004.

Over de kerk in de 16e eeuw is het volgende bekend. Mei 1539 is er een aantekening betreffende de institutie van Co(rnelius
?) , Bernhardi tot de parochiekerk van Weneperveen, krachtens presentatie van Fredericus Schen[ck] de Tautenborch, proost-aartsdiaken der St. Pieterskerk te Utrecht en pastoor te Vollenhoe.
(Oorspronkelijk stond er: »Veenhuysen«, hetgeen later onderstreept werd,- terwijl erboven werd geschreven: "Weneperveen" (Institutie-register 15e eeuw-1539 fol. 61.) (3) (Zie voor de betekenis van de verschillende termen de uitleg over de middeleeuwse organisatie van het kerkbestuur)

Het oostelijk deel van Wanneperveen was minder nat, omdat het zand hier dichter aan de oppervlakte lag, waardoor de bodemdaling geringer was (dunnere veenlaag). Voor 1642 werden er te Wanneperveen zes vaarten gegraven, die uitmondden in het Meppelerdiep.
Daar zijn nu nog van over de Aremberghsche grift (of gracht) aan de westzijde van het dorpsgebied van Wanneperveen (diende als een scheepvaart- én als een afwateringsgracht), de Steven Coertsgracht langs de Blauwe Handse Stouwe (nu de Beukersgracht) en de Embertsgracht langs de Middelkluft Stouwe (tegenwoordig de Haagjesgracht).

Omstreeks 1750 bereikte de vervening in Wanneperveen zijn hoogtepunt. Van 1749 tot 1759 werden jaarlijks meer dan 70.000 roeden turf vergraven (1 roede is ongeveer 1000 turven).
Hierna nam de produktie af en in 1779 was deze gedaald tot 30.000 roeden. In 1806 was in Wanneperveen 3361 ha land, oftewel 75% van de oppervlakte van de gemeente verveend. Slechts 499 ha veenland was nog niet verveend. De gehele 19e eeuw ging de vervening in Wanneperveen nog door. Door het opraken van het veen trad er verval in. Dit proces voltrok zich vooral na de watersnoden van 1775/1776, toen de Wijden ontstonden in dit kwetsbare verveende land. De mensen trokken weg, o.a. naar Friesland (rondom Heerenveen). Het dorp Beulake is bij deze overstromingen verdwenen. In 1748, tijdens het hoogtepunt van de veenderijen, had Wanneperveen de meeste inwoners; er woonden toen 1058 mensen. In 1849 was dit aantal gedaald tot 598 personen.

Blauwe Hand

De "Blauwe Hand " was vroeger een tolhuis en een herberg, gelegen midden tussen de Beulakkerwijde en de Belterwijde in het dorpsgebied van Wanneperveen. Nog steeds staat op die plaats Gasterij de Blauwe Hand, een buffet-restaurant en zalencentrum. De Gasterij is in 2002 volledig verbouwd. Wanneperveen bezat vroeger vele kleine cafe's en grotere horecagelegenheden zoals blijkt uit het register van vergunningen 1881-1900 van Wanneperveen.(4)

(1) Wanneperveen 700 jaar: een bundel opstellen over heden en verleden - Kampen: IJsselakademie.
(2) Zie voor een beschouwing over het adres van de gemaakte link de pagina over de way back machine

(3) B.M. de Jonge van Ellemeet. Institutien, Proclamatiën en Collatiën van den Aartsdiaken van St. Marie in het Decanaat Drente. In: Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht. Twee en veertigste deel. Utrecht. Wed. J.R. van Rossum, 1916 blz 345

(4) Daaruit blijkt, dat aan het einde van de 19e eeuw Roelof Dam in de Blauwe Hand tolgaarder was.

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende