Tronde
Tronde hoort eigenlijk onder het wegdorp Elslo, maar is te beschouwen
als een afzonderlijke nederzetting met een geheel eigen karakter. Bouwer
noemt Tronde een 'kernesdorp' met een kleine 'Gewann-es' hetgeen wil zeggen, dat er sprake is van een geconcentreerde nederzettingsvorm
rond een brink, die de kern van het dorp vormde, met een es die als bouwland
werd gebruikt en waar de percelen van de verschillende boeren door elkaar
liggen. De es van Tronde is waarschijnlijk niet voor de 12e eeuw aangelegd.
Vondsten onder het esdek zouden daarop wijzen. Het dorp Elslo, waaronder
Tronde valt en waartoe de hoeven van het dorp worden gerekend is waarschijnlijk
in dezelfde tijd ontstaan. (1) De bemaning 'Tronde' wijst wellicht op
de ronde vorm van het dorp. Voor de mogelijke verklaring van de naam 'Tronde'
of 'Trinde' verwijs ik naar de dorpsbeschrijving van Nijetrijne.
Hiernaast
ziet u de percelering rondom en in het dorp Tronde omstreeks 1830. (2).
I is de es. II zijn de westerse kampen. III zijn de Oosterse kampen, IV
zijn de strengen. Zoals uit het kaartje is af te leiden, zijn er twee
hoofdrichtingen in de percelering te onderscheiden, wanneer we I, II en
III tot de totale es rekenen, nl een oost-west en een noord-zuid lopende
percelering. (3). Smalle percelen vinden we op de strengen. Een complex
landerijen wordt vaak zo genoemd wanneer het lange, smalle percelen betreft.
De jongere uitbouw complexen van de es (II en III) zijn strookvormig geperceleerd,
terwijl in de ten zuiden daarvan liggende kern de percelen breder zijn.
Overigens is de benaming 'kernesdorp' en 'es' een typologische aanduiding
van de nederzetting. De termen werden door de boeren in het gebied waarschijnlijk
niet gebruikt. Het toponiem 'es' wordt in de archivalia niet vermeld.
(4). Evenals bij de doorgaande hoeven met hun langgerekte percelering
kwam ook de Oost-Stellingwerfse esdorpen het recht van opstrek voor, zij
het in beperkte mate. Dus ook in het Tronde mocht de boer in het verlengde
van zijn hoevestrook op de daar liggende heide plaggen steken. In het
begin van de 19e eeuw had men de heidevelden die gemeenschappelijk werden
gebruikt in 'veldslagen' verdeeld, hetgeen betekende dat ieder van de
acht hoeven van Tronde voor een achtste gerechtigd was in de ongescheiden
venen en velden. (5)
De Brink
Hiernaast ziet u de percelering van het dorp Tronde uit omstreeks 1830.
De boerehuizen liggen rond de Mandebrink, ook wel Boerebrink of Meentebrink
genoemd. Net als in de Drentse kernesdorpen vinden we een brink in het
dorp als gemeenschappelijk stuk land van de bij elkaar gelegen boerderijen.
De boeren hadden elk een achtste deel van de Brink in gebruik, bijvoorbeeld
om eikenbomen te planten.
(1) Bouwer 1989 blz 216-217
(2) Brouwer 1953 blz 283
(3) Bouwer 1989 blz 79
(4) Bouwer 1989 blz 79
(5) Bouwer 1989 blz 80
Terug naar dorpen-index
samenstelling tekst en lay out pagina: Piet van der Lende
|
|