Geschiedenis van de Stellingwerven en Noordwest Overijssel (Steenwijkerland)

Historische feiten, wetenswaardigheden en analyses over de vroegste tijden tot heden




De migratie van veenarbeiders uit Noordwest Overijssel naar Friesland

vv

In de inleiding bij de behandeling van de seculiere trend hebben we kunnen zien, dat de periode 1650-1750 een tijd was van economische achteruitgang. Er was in feite sprake van deflatie en een economische crisis met vraaguitval. Na 1730 ging
het heel slecht in de agrarische sector. Zowel van graan- als zuivelproducten daalden de prijzen. Maar de periode na 1750 ging het weer beter. Vanaf dit moment groeide de vraag, ook de vraag naar turf. En nu was het juist zo, dat in Noordwest Overijssel, in Giethoorn en omgeving, bijna alle turf was uitgegraven. De verveners gingen op zoek naar andere gebieden waar nog wel veel veen in de grond zat. In Friesland was in het laagveen gebied nog maar weinig verveend en de weidegrond was goedkoop omdat in de agrarische sector de economische crisis nog naijlde waarbij in de productie van zuivel nog gee sprake was van een toename. Bovendien ging het slecht in de veeteelt vanweg de veepest die op dat moment hevig woedde. De boeren verkochten hun grond aan de verveners uit Noordwest Overijssel die in de wandeling 'Gietersen' werden genoemd.
Vanaf 1750 trokken de verveners uit Giethoorn en omgeving naar het 'lage midden' van Friesland om daar veen te gaan afgraven. Zij vestigden zich met hun gezinnen in Haskerland (Oudehaske en Nijehaske) en Schoterland (Sint Johannesga, Rotsterhaule, Rohel, Delfstrahuizen en Rottum). Een grote stroom migranten kwam op gang. In Weststellingwerf vestigden de meeste migranten zich wat later, aan het einde van de achttiende eeuw. Daar kwam o.a. bij Spanga een afgraving van laagveen toen goed op gang. Jochem Kroes, historisch geograaf, ontdekte tijdens een onderzoek naar zijn voorouders aan moederszijde dat de Echtener veenpolder in Lemsterland hoofdzakelijk door nazaten van Overijsselse turfgravers werd bewoond. Kroes besloot een boek te schrijven over de migratie van Gietersen.

Bij dit artikel is gebruik gemaakt van: J. Kroes, De Gietersen in Friesland. De migratie van Noordwest-Overijsselse turfgravers naar het Friese laagveengebied in de tweede helft van de 18e eeuw (Fryske histoaryske rige XIV, Fryske Akademy 825; Leeuwarden: Fryske Akademy, 1996, 252 blz., ƒ30,-, ISBN 90 6171 825 2).

samenstelling tekst en lay out pagina:
Piet van der Lende