Het Paleolithicum
Men neemt aan, dat de eerste mensachtigen rondzwierven op de savannen
van Afrika. In Europa verschenen de eerste mensachtigen zo'n 250.000
jaar geleden. Althans tot nu toe heeft men alleen sporen van aanwezigheid
gevonden die niet ouder zijn dan die datum. Het betreft hier de
soort van de neandertalers. In 2003 vond de amateur-archeoloog Piet Wiersma uit Steenwijkerwold
en verweerd vuurstenen artefact op een maisakker nabij Basse.
(Zie foto hieronder). De akker ligt op Het Paleolithicum beslaat een periode van vele duizenden jaren waarin het landschap en het klimaat aan grote veranderingen onderhevig waren. Tijdens de ijstijden heerste een poolklimaat. Nederland bestond toen uit uitgestrekte toendra's, waar kuddes inmiddels uitgestorven wilde dieren rondtrokken, zoals de mammoeten, wolharige neushoorns en andere dieren. In warmere periodes was er een heel andere flora en fauna. Het paleolithicum wordt wel weer onderverdeeld in een oud, midden en jong paleolithicum. Het jong-paleolithicum eindigt zo'n 11.000 - 8000 jaar geleden. Tot zo'n 5500 jaar geleden duurde daarna het mesolithicum en het neolithicum duurde van 5500 jaar geleden tot 2000 jaar geleden. De bewoners van Nederland trokken in kleine groepen rond, de kuddes achterna. Ze sloegen hun kamp op bij plaatsen waar gejaagd kon worden en waar vruchten en eetbare planten werden verzameld. We noemen deze mensen dan ook jagers-verzamelaars. Ze hadden geen vaste woon-of verblijfplaats. De neanderthalers verdwenen tussen 50.000 jaar geleden en 25.000 jaar geleden in Europa van het toneel en vanaf die tijd leefde in Europa de moderne mens. Bij Paasloo zijn vuursteenvindplaatsen aan de Spinnerslaan. (1) rendierjagers in het jong-paleolithicum Toen het klimaat aan het einde van de laatste ijstijd warmer werd, zo'n 13.000 tot 9000 jaar geleden, trokken kuddes rendieren door Europa. Uit deze periode stammen de rendierjagers, nomaden die de kuddes rendieren achterna trokken en erop jaagden. Men heeft verschillende kampplaatsen van deze rendierjagers gevonden. Ook in de Drente zijn sporen van rendierjagers gevonden. Links van de weg van Vledder naar Vledderveen werd in 1945 een tijdelijke nederzetting van rendierjagers ontdekt. Op een oppervlakte van 4 bij 5 meter werd op een diepte van 35 cm een groot aantal vuurstenen, werktuigen en gereedschappen rond een vuurholte gevonden. Zaken die tot de 'huisraad' van een familie van rendierjagers werden gerekend. Houtskoolresten gaven de plaats aan waar zo'n 17.000 jaar geleden zwervende rendierjagers een vuur hadden gestookt. Van de rendierjagers is bekend dat zij nomaden waren. Zwervende families die leefden van de jacht en de visserij, maar die wel op vaste plaatsen hun tijdelijke verblijfplaatsen inrichtten. Daarom mag worden aangenomen dat de nederzetting tussen Vledder en Vledderveen meerdere jaren achtereen is gebruikt. Verschillende culturen Er worden uit de periode van de jonge steentijd vele culturen en tradities onderscheiden op basis van het materiaal dat is gevonden. De culturen zijn genoemd naar belangrijke vindplaatsen van materiaal met bepaald kenmerken. Zo kent men het Magdelien, de Hamburgercultuur, (12.500-12.000 v Chr) de Cresswell-traditie, de Tjonger-traditie (12.000-10.900 v Chr) en de Ahrensberg-traditie. (9600-8800 v Chr) Bij de Tjongercultuur, genoemd naar het riveritje de Tjonger spreekt men ook wel van Federmesser cultuur. De nomaden die tot een van deze tradities behoorden hebben een zwervend bestaan over een groot gebied geleid. Aan het einde van het jong-paleolithicum doen de eerste landbouwers hun intrede in de geschiedenis. Dat is echter nog niet in onze streken. De eerste landbouwers aan het einde van het paleolithicum vinden we in het Midden-Oosten. Pas omstreeks 5000 v Chr, dus bij het begin van het neo-lithicum vinden we landbouwers in onze streken. Op het grondgebied dat later Nederland zou worden woonden echter ook toen nog groepen mensen die zich vrijwel uitsluitend met jagen en verzamelen bezig hielden. Zie ook kaartje bij kritiek op de periodisering van de geschiedenis. (1) Artikel in Archeoforum van 28 juli 2004 geschreven door Marten Postma, Frans de Vries, Lammert Postma en Tjeerd de Jong. De amateur-archeologen Tjeerd de Jong en Piet Wiersma waren ten tijde van het schrijven van het artikel lid van de werkgroep archeologie Steenwijk e.o. Zie voor het artikel http://www.archeoforum.nl/vondstbeschrijving/mpklingPW/mpklingPW.html (1) De Silehammer, Officieel orgaan van de Historische Vereniging IJsselham. jrg 27/3 september 2019 blz 37. De vondsten werden gedaan door de amateurarcheoloog Gerrit Jonker.
|